• Buro Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, de overheid in Nederland en Europa kritisch volgt. Een grond-rechten kollektief dat al 30 jaar publiceert over uitbreiding van repressieve wetgeving, publiek-private samenwerking, bevoegdheden, overheids-optreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.

  • Categorieën

  • De staatsveiligheid en de zaak-Debie, deel 1

    Bart Debie, gewezen veiligheidsadviseur van het
    VB en voormalig Antwerps politiecommissaris, verklaarde vandaag dat hij drie jaar lang informant van de staatsveiligheid was. Hij bespioneerde zo het VB. Hij maakte dat uitgerekend vandaag bekend omdat minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open Vld) vrijdag verklaard had dat “de staatsveiligheid geen politici volgt uit hoofde van hun functie”. Volgens Debie is dat niet waar. Deze hele zaak roept nieuwe vragen op over de rol en de werking van de staatsveiligheid. We proberen de belangrijkste te beantwoorden in acht vraagjes en enkele bedenkingen.

    1. WAT IS DE STAATSVEILIGHEID?

    De Staatsveiligheid (SV) is België’s bekendste inlichtingendienst. Ze bestaat sinds 1831, hoort niet bij de politie, maar valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie. Ze zamelt inlichtingen in over al wat de veiligheid van de staat bedreigt: moslimfundamentalisten, antiglobalisten, extremisten van rechts en links. Ze speurt ook naar gevaarlijke sekten en criminele organisaties en naar de mogelijke verspreiding van gevaarlijke wapens die aanslagen (vuile bommen bv.) kunnen veroorzaken. Ze onderzoekt ook de economische spionage (zoals die bij Lernout & Hauspie).

    Verder voert ze veiligheidsonderzoeken uit voor mensen die bv. bij de Navo of andere gevoelige instellingen willen gaan werken. Het gaat om honderden onderzoeken per jaar. Ze beschermt – in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken – ook hooggeplaatste personen (staats- en regeringsleiders en hun familie). In 2011 ging het om 100 opdrachten.

    2. WAT GING VOORAF?

    Vooraf: een woordje geschiedenis.

    Op 15 oktober 1830 werd Isidore Plaisant (sic) de eerste administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, die toen nog Openbare Veiligheid heette. Ze moest vooral orangisten opsporen, Belgen die aansluiting bij Nederland zochten.

    Naarmate de negentiende eeuw vorderde, ging de Openbare Veiligheid alle buitenlanders in kaart brengen. De politie moest vanaf 1840 dagelijks een lijst van gegevens over iedere buitenlander op het grondgebied bezorgen (biografie, financiën, activiteiten). In die periode stroomden vele vluchtelingen België binnen, onder hen Karl Marx. De arbeidersbeweging en de Vlaamse beweging waren twee andere interessepunten van de Openbare Veiligheid. Omdat ze sinds haar ontstaan een personeels- en geldtekort had, deed ze veel een beroep op informanten. Maar die namen het niet zo nauw met de deontologie. Toen de beruchte arbeidersrellen na 1886 voor het assisenhof kwamen, bleek dat hun aanstokers agenten van de Staatsveiligheid waren. Ei zo na werd de dienst opgedoekt.

    In 1929 kreeg de dienst zijn nieuwe naam, maar hij bleef op dezelfde schimmige wijze werken als voorheen. Er was nog altijd geen wettelijke regeling, hoewel die al in 1830 als ‘hoogst dringend’ was aangekondigd. Op het einde van de vorige eeuw kwam die er toch: in 1991 ontstond het Comité I, dat de Staatsveiligheid in opdracht van het parlement zou controleren, in 1998 – na 167 jaar – kwam er een wet op de Staatsveiligheid. De dienst kreeg toen de meeste van zijn huidige taken. Pas in 2010 kwam er dan op initiatief van senator Hugo Vandenberghe (CD&V) een behoorlijk strenge “BIM-wet”, een wet die de bijzondere inlichtingenmethoden van de SV regelt.

    3. WIE WERKT BIJ DE SV?

    Wie werkt bij de SV?

    Ze heeft officieel 650 personeelsleden – naast een onbekend aantal informanten – en een budget van 45 miljoen. Ze wordt sinds 2006 geleid door Alain Winants, een Brussels parketmagistraat van liberalen huize. Zijn mandaat is eigenlijk al afgelopen, hij moet binnenkort worden vervangen. Maar hij kan opnieuw kandideren. De meest genoemde tegenkandidaat is Cédric Visart de Bocarmé, voormalig procureur-generaal van Luik en voormalig kabinetschef van minister Joëlle Milquet (cdH).

    Einde november 2012 klaagde de grote baas van de SV erover dat zijn dienst te weinig personeel en middelen heeft, vooral om het dreigende salafisme, het moslimextremisme dus, te volgen. Dat salafisme is volgens Alain Winants momenteel het grootste gevaar voor de democratie.

    Justititiminister Annemie Turtelboom ontkende echter dat de SV te weinig geld en personeel heeft. “De begroting van de staatsveiligheid is de jongste zeven jaar met 82% gestegen, van 23,86 miljoen in 2003 naar 43,46 miljoen in 2010. De voorbije twee jaren had de SV vaak moeilijkheden om het geld dat ze kreeg ook te besteden”, zo zegde ze op 27 november 2011 in de Kamercommissie Justitie aan Michel Doomst (CD&V). “De staatsveiligheid kreeg in 2010 82 nieuwe personeelsleden, terwijl er 32 vertrokken. Voor 2011 zijn de cijfers: 21 nieuwkomers, 25 vertrekkers. Ik zal nu met het topmanagement van de staatsveiligheid overleggen over de prioriteiten van de dienst”, zo besloot ze.

    4. WAT MAG DE STAATSVEILIGHEID DOEN?

    4.1. Wat màg de staatsveiligheid doen?

    De SV maakt financiële analyses, bestudeert pamfletten en boeken, volgt vergaderingen van extremistische groepen en gaat na hoe groot hun actiekracht is. Ze kan daarvoor een beroep doen op alle openbare bronnen en ook op informanten. De SV is géén politiedienst, ze doet geen gerechtelijke onderzoeken en verricht geen aanhoudingen.

    Tot 1998 was er dus geen enkele wet die de SV reglementeerde. En pas in 2010 kwam er een BIM-wet die de methoden die de SV mag gebruiken om inlichtingen in te zamelen, wettelijk vastlegt. Sinds dan zijn er gewone, specifieke en bijzondere methoden. De gewone bestuderen open bronnen (kranten, openbare verslagen, vergaderingen, gebruik van informanten e.d.).

    Daarnaast heb je de specifieke methoden: observatie van een openbare plaats (of van een private plaats die toegankelijk is voor het publiek, zoals een discotheek of een kerk) met technische middelen (bv. een camera); doorzoeking van dit soort plaatsen met technische middelen; kennis nemen van de afzender of de geadresseerde van post of van de eigenaar van een postbus; kennisnemen van wie telefoneert met wie of van het IP-adres van een computer. De bijzondere methoden zijn: de observatie in woningen; het oprichten van een front store (een nepbedrijf of nepvzw om zo inlichtingen in te zamelen, nvdr); doorzoeking van private plaatsen; openen van post; inzamelen van gegevens op bankrekeningen; hacken van computers, behalve die van de overheid; telefoontap.

    Een speciale BIM-commissie van drie magistraten moet op voorhand ingelicht worden van de specifieke methoden en voor de uitzonderlijke methoden moet ze op voorhand toestemming geven. Die BIM-commissie kan ook beslissen dat de SV misdrijven mag plegen, als dat absoluut nodig is voor het werk van de agenten (valse naamdracht, overtredingen van de wegcode….) en als het misdrijf in verhouding staat tot het doel dat wordt nagestreefd. In geen geval mag ze iemand’s fysieke integriteit schenden. Moorden kunnen dus – in tegenstelling tot bij de CIA, die van president Obama Osama bin Laden mocht vermoorden – in België niet.

    4.2. Wat doét de staatsveiligheid?

    Volgens het Comité I past de SV in 2011 731 keer specifieke methoden toe (grotendeels opvragen van telefoon- en gsm-nummers: 1.892 nummers in totaal) en 33 keer uitzonderlijke methoden toe (11 keer ging het om afluisteren van telefoons en 10 keer om inkijken van bankverrichtingen. Veertien operaties werden door de BIM-controlecommissie stopgezet.

    5. HOE WERKT DE CONTROLE?

    De staatsveiligheid wordt sinds 1991 gecontroleerd door het Comité I. Dat bestaat uit drie (politiek benoemde) personen: twee magistraten (onder wie voorzitter Guy Rapaille, een Luiks magistraat van PS-signatuur) en één ambtenaar. Dat Comité controleert de inlichtingendiensten: naast de staatsveiligheid, controleert het dus ook de militaire veildigheid ADIV. Iedere burger kan klacht indienen bij het Comité I als hij meent dat de staatsveiligheid zijn boekje te buiten ging. Het Comité I kan ook audits en toezichtonderzoeken over de staatsveiligheid of over bepaalde aspecten doen en daarvoor alle documenten opvragen.

    Het Comité I wordt op zijn beurt gecontroleerd door een parlementaire begeleidingscommissie in de Senaat. Die staat onder leiding van Senaatsvoorzitter Sabine de Bethune (CD&V) en bestaat verder uit telkens één lid van PS, MR, N-VA en CD&V. Het VB wordt al sinds jaar en dag uit deze begeleidingscommissie geweerd, CD&V heeft twee leden in de begeleidingscommissie.

    Daarnaast heb je nog de BIM-commissie, die toezicht houdt op de methoden van de SV. Zij moet voor de zwaarste methoden op voorhand toestemming geven en kan die methoden zelfs stopzetten bij misbruik. De BIM-commissie wordt voorgezeten door de Antwerpse onderzoeksrechter Paul Van Santvliet. De BIM-commissie bestaat verder nog uit twee magistraten, onder wie de Mechelse rechter Viviane Deckmyn.

    6. KAN U UW DOSSIER INZIEN?

    Kan U Uw dossier van de staatsveiligheid inzien?

    Nee. Iedereen kan zijn dossier bij de staatsveiligheid laten inzien door de privacycommissie. Rechtstreeks Uw dossier inkijken kan U niet. De privacycommissie mag dat wel, maar ze mag U niet zeggen wat ze in Uw dossier gelezen heeft en ze kan alleen maar aanbevelingen doen om iets aan Uw dossier te veranderen. Maar ook daarover mag ze U niets vertellen. En de staatsveiligheid moet geen rekening houden met de aanbevelingen van de privacycommissie. In feite heeft U dus geen controle op wat in Uw dossier bij de staatsveiligheid staat.

    Iedere burger kan ook klacht tegen de staatsveiligheid indienen bij het Comité I, maar dat doet dan hetzelfde als de privacycommissie, met dezelfde mogelijkheden en beperkingen. Het Comité I kan wel een en ander hierover publiceren in zijn jaarverslag.

    U kan U ook tot de voogdijminister (justitieminister Turtelboom) wenden. Zij is baas van de staatsveiligheid en kan ook een en ander laten onderzoeken. Maar zij is net zoals Alain Winants gebonden door een geheimhoudingsplicht.

    Als de BIM-wet op U werd toegepast, als dus een specifieke of uitzonderlijke inlichtingenmethode is gebruikt, dan kan U aan de baas van de staatsveiligheid hierover informatie vragen. Hij moet dan het juridisch kader schetsen waarin de methode werd toegepast en U kan dan aan het Comité I vragen om dat te controleren. U moet wel een wettig belang aantonen, de bewuste methode moet minstens vijf jaar beëindigd zijn en in die vijf jaar mogen geen nieuwe gegevens over U ingezameld zijn. Bovendien moeten de wetten op de veiligheidsmachtigingen, de privacy en de openbaarheid van bestuur nageleefd worden. U moet ook zelf informatie over de BIM-methodes vragen, men licht U niet automatisch in. En omdat men dat niet doet, kan U natuurlijk helemaal niet weten of er een BIM-methode op jou is toegepast. Deze hele regeling werd overigens op 22 september 2011 door het Grondwettelijk Hof vernietigd. Dat Hof vond dat de staatsveiligheid zelf de betrokkene moet inlichten zodra dat kan zonder hun onderzoek in gevaar te brengen. Door deze vernietiging vervalt de hele regeling tot het parlement een nieuwe heeft goedgekeurd.

    7. WAT IS DE ZAAK-DEBIE?

    == Bart Debie verklaarde vandaag dat hij tussen 2007 en 2010 informant was van de staatsveiligheid. Hij had dit zelf voorgesteld aan de dienst en kreeg hier naar eigen zeggen geen geld voor. Hij kwam vandaag met zijn verklaring omdat hij boos was omdat minister Turtelboom had gezegd dat de staatsveiligheid geen politici volgt. Naar eigen zeggen koos hij ook dit moment omdat er geen verkiezingen in zicht zijn en zijn verklaringen “dus geen electorale invloed kunnen hebben”.

    Debie was commissaris bij de Antwerpse politie, waar hij morgen exact tien jaar weg is. Hij werd samen met de huidige korpschef Serge Muyters bekend omdat hij het Falconplein “opkuiste”. Maar Debie’s methodes waren – volgens justitie – nogal hardhandig. Hij werd op donderdag 31 januari 2008 door het Antwerpse Hof van Beroep veroordeeld tot vier jaar cel, waarvan één effectief omdat hij 12 allochtone arrestanten, onder wie een minderjarige, wel erg hardhandig had aangepakt: geslagen, geschopt, tegen het hoofd gestampt. Volgens het Hof was zijn bijnaam in het korps was “Bart Penalty”. Debie werd bovendien gestraft voor vervalsing van processen-verbaal, racisme tegen vier Turken en nog enkele andere dingen.

    Debie zelf heeft altijd beweerd dat hij onschuldig was en dat binnen de politie een complot tegen hem was gesmeed. Op zijn weblog zegt hij dat hij wil aantonen dat hij helemaal geen racist is. “Mijn partner is nota bene een moslima van Afrikaanse origine. Zij werkt als professioneel fotomodel en verkeert in de kringen van zogenaamde bekende mensen. En als zij daar dan soms vertelt wie haar man is, dan vallen er wel eens monden open van verbazing”, zo schrijft hij.

    Debie moest zijn straf niet uitzitten, maar kreeg een enkelband. Hij was toen al lang weg bij de Antwerpse politie, want hij ging al sinds 2004 bij het VB werken. Daar werd hij veiligheidsadviseur van Filip Dewinter. In 2007 nam hij contact op met de staatsveiligheid. Naar eigen zeggen omdat Dewinter hem had gevraagd om voor enkele kalashnikovs te zorgen. Dewinter wilde die hebben voor een persconferentie waarop hij gebruik van geweld met kalashnikovs wilde aanklagen naar aanleiding van een schietpartij in Brussel. Debie wilde die kalashnikovs niet zoeken “omdat dit een misdrijf was en hij al een strafblad had”. De veiligheidsadviseur was het ook beu dat de partijtop geen rekening hield zijn zijn eerdere klachten over het gedrag van de VB-jongeren in Dilbeek, “die ramen van winkeliers met opschriften in twee talen hadden gevandaliseerd” en over een medewerker van voormalig VB-voorzitter Bruno Valkeniers, “die neonaziconcerten met Blood and Honour organiseerde”. Debie: “Ik had dit allemaal intern aangeklaagd, maar de partijleiding deed er niets mee. Vandaar mijn stap naar de staatsveiligheid”.

    Na zijn voorstel aan de staatsveiligheid kreeg hij naar eigen zeggen in Vilvoorde bezoek van iemand van die dienst. Die wilde vooral weten welke zakenlui het VB sponsorden en wie er deelnam aan de fundraising dinners die Dewinter organiseerde. De SV was verder geïnteresseerd in een Amerikaan die overal in de wereld anti-islambewegingen wilde financieren. Volgens Debie gedroeg zijn begeleider bij de SV zich heel correct: “Ik moet wel zeggen dat die man zeer correct en professioneel was. In het privéleven van Dewinter was hij niet geïnteresseerd. Het was hem te doen om de geldstromen en de contacten. Ik heb hem daar hopen documenten en informatie over bezorgd.”

    Debie werd in 2010 uit het VB gezet omdat hij zich op Facebook vrolijk had gemaakt over de kanker van Marie-Rose Morel. Maar hijzelf ontkent dat dit zo was.

    Debie zegde gisteren dat zijn straf helemaal is afgelopen dat hij momenteel een verzoek tot eerherstel heeft ingediend bij het Antwerpse Hof van Beroep. Hij werkt momenteel als zelfstandige, hij organiseert bedrijfsopleidingen over dringende medische hulp, zo zegt hij.

    == De staatsveiligheid liet vandaag weten dat “een aantal verklaringen van Debie volledig verkeerd en onjuist zijn”. Welke verklaringen dat zijn, zegt de dienst er niet hij. De SV wil ook niet bevestigen of ontkennen dat Debie informant bij haar was. De dienst legt nooit uit wie haar informanten zijn. Wel wijst de SV erop dat Debie een misdrijf heeft gepleegd als hij effectief informant van de staatsveiligheid was én dat zelf openbaar heeft gemaakt. Want wie dit soort geheime informatie bekend maakt kan tot 6 maanden cel en 3.000 euro boete krijgen.

    Debie hierover: “Dit schrikt mij niet af. Men zal het eerst en vooral moeten bewijzen en de staatsveiligheid mag zelf niet zeggen wie haar informanten zijn. Dat bewijs leveren lijkt me dus moeilijk. Ik vraag me bovendien af of ik officieel wel een “informant” was. Niemand van de staatsveiligheid heeft mij ooit gewezen op die geheimhoudingsplicht”.

    Winants herhaalde vandaag dat de staatsveiligheid geen parlementsleden, politici of politieke partijen volgt, screent of schaduwt vanwege hun parlementaire activiteiten. “Maar we zijn wel bevoegd om een aantal bedreigingen te onderzoeken, waaronder extremisme. Fondsenwerving uit het buitenland voor het opzetten van anti-islambewegingen zou daaronder kunnen vallen”, verwijst hij naar de uitspraken van Debie, evenwel “zonder die te bevestigen”.

    == Filip Dewinter reageerde verbolgen op de verklaringen van Debie. Hij “voelde zich verraden door een goede vriend, die hij in moeilijke situaties altijd had gesteund”. Hij overweegt een klacht tegen Debie. De ex-veiligheidsadviseur hierover: “Dit schrikt mij niet af, klacht indienen is een sport geworden”. Dewinter wil verder justitieminister Annemie Turtelboom over de zaak interpelleren. Hij vraagt dat de privacycommissie zijn gegevens nakijkt en dat Turtelboom zijn persoonlijk dossier aan hem bezorgt. Turtelboom zelf heeft bij het Comité I al een onderzoek over deze zaak gevraagd, zo liet ze weten.

    == Het Comité I wilde vandaag geen commentaar geven op de verklaringen van Winants, Turtelboom en Dewinter omdat het onderzoek van het Comité I naar deze problematiek nog bezig is.

    8. WAT IS HET RUIMER KADER VAN DE ZAAK-DEBIE?

    Wat is het ruimer kader van de zaak-Debie? In ieder geval stelt deze zaak opnieuw de rol van de staatsveiligheid aan de orde. Volgt de dienst nu politici of niet? Dat kwam vorige week al aan bod in de Scientology-zaak.

    8.1. Waarover ging de Scientology-zaak?

    Hierover was vorige week veel te doen naar aanleiding van het lekken van twee geheime rapporten van de staatsveiligheid over de invloed van de schadelijke sekten Scientology, Sahaja Yoga en de Moslimbroederschap. In die rapporten stonden namen van politici. Diverse politici wilden weten hoe de staatsveiligheid met deze gegevens omsprong en of politici worden gevolgd. “Waarom krijgt de Koning dit rapport? Krijgt hij alle rapporten? Ook rapporten over Opus Dei?”, zo vroeg Stefaan Van Hecke (Groen). Turtelboom legde vorige vrijdag een en ander uit in de Kamercommissie Justitie.

    Een eerste rapport werd alleen elektronisch ter beschikking gesteld. Het ging over de invloed van Scientology op de Congolese gemeenschap in België. Volgens Turtelboom kregen slechts 6 personen van buiten de staatsveiligheid dat eerste elektronisch rapport. “Daarnaast konden ook sommige medewerkers van de staatsveiligheid het inzien, maar omdat het elektronisch is, kan ieder manoeuvre van deze mensen geregistreerd worden. De Koning kreeg dit eerste rapport niet.”

    Het tweede rapport was schriftelijk. Het ging naar 67 mensen, onder wie 43 van buiten de staatsveiligheid. Het was een fenomeenanalyse over de invloed van sekten zoals Scientology, Sahaja Yoga en de Moslimbroederschap. De Koning kreeg dat rapport wel. In dat rapport werden de namen van politici zoals Maggie De Block, Tony Van Parys, Elio Di Rupo en Rik Torfs vermeld. Maar wel als gecontacteerde personen. Het Comité I kreeg beide rapporten.

    8.2. Wat deed Turtelboom?

    Turtelboom zegde dat zij zelf aan het Comité I heeft gevraagd om een onderzoek naar beide lekken in te stellen. “Mensen kunnen zo’n geheim rapport maar inzien als ze daarvoor een aparte veiligheidsmachtiging hebben en bovendien als de informatie uit het rapport nuttig is voor hun werk. Wie die rapporten lekt kan tot 5 jaar cel en 30.000 euro boete krijgen”, waarschuwde de minister. Ze bevestigde nog dat de staatsveiligheid een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend, zodat de lekken nu ook onderzocht worden door het gerecht.

    De minister zegde dat “geen parlementsleden worden gevolgd uit hoofde van hun functie en dat er ook geen dossiers worden bijgehouden van parlementsleden”. Turtelboom zegde dat de Koning “niet alle rapporten krijgt, maar alleen die waarvan de staatsveiligheid vindt dat het Hof ze moet krijgen. Koning Albert kreeg slechts één van de twee gelekte rapporten”.

    Minister Turtelboom heeft naar aanleiding van deze lekken een onderzoek gevraagd bij het Comité I. Dat moet een aantal vragen beantwoorden. “Ik vroeg aan het Comité I om na te gaan hoe het aantal bestemmelingen van dit soort rapporten kan worden beperkt. Er moeten bovendien duidelijke criteria komen op grond waarvan geheime rapporten worden verspreid aan wie. Verder moet het Comité I nagaan of de namen van politici niet kunnen worden gedepersonaliseerd of minstens in categorieën opgesomd, zodat duidelijk wordt of een politicus gecontacteerd werd, effectief contact had of de organisatie steunde of niet”.

    Turtelboom wil in de toekomst ook dat de minister van justitie een aparte nota krijgt als de staatsveiligheid politici vermeldt in een geheim rapport. Want in het dossier van Scientology gebeurde dat niet, terwijl het al van in 2009 zou moeten.

    8.3. Hoe reageert het VB?

    Het VB gelooft er niets van. In een reactie zegde senator Filip Dewinter dat politici van het VB en de PVDA wel degelijk gevolgd. “Dat blijkt uit de lijst van te volgen staatsbedreigende organisaties die opgesteld wordt door de staatsveiligheid en de federale politie. De lijst bestaat uit drie categorieën: code rood, code oranje en code geel. Code rood betreft terreurorganisaties zoals o.a. Hizb-Ut-Tahir (partij van de extremistische moslims), GIA (Algerijnse terreurorganisatie), de PKK, de DHKPC (de groep rond Feyrihe Erdal) en Blood and Honour. Code oranje betreft onder meer Sharia4belgium, de Outlaws/Hells Angels, de (Turkse) Grijze Wolven en Internationaal Verzet (anarchisten). Onder code Geel vallen onder meer Vlaams Belang en PVDA. Hun mandatarissen worden dus wel degelijk – in tegenstelling tot wat minister van Justitie Turtelboom beweert – actief gevolgd door de politiediensten en de staatsveiligheid”. Voor Dewinter is zo’n lijst “wel degelijk nuttig en nodig,maar enkel voor terroristische en subversieve organisaties die geweld willen plegen of oproepen tot het gebruik van geweld”.

    “Het volgen van partijen zoals het Vlaams Belang is ondemocratisch en neigt naar Stasipraktijken. Blijkbaar worden vooral Vlaams-nationale organisaties gevolgd. Onder het mom van de bescherming van de staat, beschermt de staatsveiligheid vooral de bestendiging van het Belgische regime”, stelt Filip Dewinter. In de Kamer vroeg zijn collega Bert Schoofs of de staatsveiligheid indertijd Leopold III had gevolgd, maar daarop kwam geen antwoord.

    8.4. Evaluatie

    Eigenlijk spreken de visies van Turtelboom/Winants en Dewinter elkaar niet tegen. Turtelboom zegt dat de staatsveiligheid geen politici volgt in hun hoedanigheid van politici. Maar de staatsveiligheid moet wel het extremisme en het radicalisme in kaart brengen, bv. bewegingen die anti-islamgroepen willen oprichten. Dan kunnen bepaalde politici in het vizier komen. Net zoals dat in de fenomeenanalyse over Scientology het geval was. Alain Winants van de SV bevestigde dat nog eens vandaag. Hij zegde daarbij niet meer van wat al in zijn jaarverslag over 2011 stond. Turtelboom wil nu dat ze bij ieder rapport waarin een politicus wordt vernoemd een aparte nota krijgt waarin verwezen wordt naar die politicus en zijn rol in het onderzoek.

    9. WAARHEEN MET DE STAATSVEILIGHEID?

    9.1. Deze eeuw kwam de staatsveiligheid al meerdere malen in opspraak. Zo waren er de klachten dat zij het moslimextremisme niet efficiënt kon opvolgen uit misbegrepen politiek-correct gedrag en dat ze onvoldoende alert was geweest in de opvolging van het Putse koppel Sayadi-Vinck dat door de VN op een terroristenlijst was gezet, maar daar ondertussen weer is afgehaald. Deze klachten gelden nu zeker niet meer: het salafisme is nu een topprioriteit voor de staatsveiligheid. En de staatsveiligheid kon al een reeks terreurnetwerken ontmaskeren vooraleer ze actief waren. De dienst leert dus wel degelijk uit de kritieken van het Comité I, dat hiermee ook zijn nut heeft bewezen.

    Er was deze eeuw ook de ophef rond de ontsnapping van de Turkse DHKPC-terroriste Feyrihe Erdal. Dat kon gebeuren omdat de auto van de SV die Erdal achtervolgde voor een rood licht moest stoppen. Door de BIM-wet wordt dit probleem opgelost, want voortaan mogen agenten van de SV verkeersmisdrijven plegen.

    Er was ook heisa over de informantenwerking van de staatsveiligheid, toen bleek dat een van haar informanten, Abdelkader Belliraj in België zes moorden zou hebben gepleegd en in Marokko werd vervolgd voor terrorisme. De problematiek van het informantenbeheer werd eveneens aangepakt door de BIM-wet van 2010, die de bijzondere inlichtingenmethodes regelt.

    Recent nog was er de veroordeling van Justitieminister Turtelboom tot 100.000 euro morele schadevergoeding omdat de staatsveiligheid in 1981 in een gelekte geheime nota foutieve en lasterlijke informatie had verspreid over de omstreden baron Benoît de Bonvoisin, die toen door de staatsveiligheid de “zwarte baron” en financier van extreem-rechts werd genoemd. Deze nota’s dateren evenwel uit de tijd dat de staatsveiligheid nog helemaal niet gereglementeerd was en de mysterieuze Albert Raes de dienst nog leidde.

    9.2. De discussie in de zaak-Debie keert periodisch weer. Ze gaat echter niet alleen over de vraag of politici door de staatsveiligheid mogen worden gevolgd of niet. Maar ook over het statuut van de staatsveiligheid zelf. Eerder al vonden het VB en de sp.a dat de SV als aparte dienst moet worden afgeschaft en moet worden ondergebracht bij de politie. Die laatste kan in principe alleen maar inlichtingen over misdrijven inzamelen nadat die misdrijven gepleegd zijn. Maar sinds een decennium kan ze ook “zachte informatie”, info over verdachte personen en situaties zonder dat een misdrijf is gepleegd, inzamelen. Dat kan natuurlijk tot overlappingen leiden op sommige domeinen (criminele organisaties bv.). De politie mag echter alleen maar zachte informatie inzamelen met het oog op criminele feiten, de SV mag dit ook met het oog op de gevaren voor de democratie. De vraag naar de “plaats” van de staatsveiligheid (bij justitie of bij de politie) komt onvermijdelijk opnieuw aan de orde.

    11/02 John de Wit 11 FEBRUARI 2013 –

    Find this story at 11 February 2013

    ©1994-2013 Concentra Media Groep N.V.

    Winants: “Bart Debie liegt”

    “Bart Debie liegt. Hij zegt dat hij voor de staatsveiligheid heeft gewerkt tussen
    2007 en 2010. Maar de eerste mail, waarin hij ons dat voorgesteld heeft, dateert pas van 10 augustus 2010.” Dat zegt Alain Winants, de grote baas van de staatsveiligheid. Gazet van Antwerpen kon de mail inkijken.

    “Of wij daarop ingegaan zijn, mag ik niet zeggen. Want ik mag niet reageren op de verklaringen van een ex-politieman die veroordeeld is voor buitensporig geweld tegen Turken, schriftvervalsing en racisme. Anders ben ik strafbaar”, gaat het verder.

    “Maar als hij al liegt over de periode waarin hij mogelijk voor ons zou gewerkt hebben, kan kan iedereen oordelen of de rest van zijn uitspraken waar is en wat zijn motieven zijn”. Aldus Winants.

    Vorige maandag verklaarde de voormalige Antwerpse politiecommissaris Bart Debie dat hij tussen 2007 en 2010 voor de staatsveiligheid heeft gespioneerd om de geheimen van het Vlaams Belang door te briefen. In die periode was Debie veiligheidsadviseur van het VB en persoonlijke vriend van senator Filip Dewinter.

    Eerst lekten twee geheime rapporten over schadelijke sekten zoals Scientology en de Moslimbroederschap uit. Vervolgens verklaarde ex-flik Bart Debie dat hij jarenlang voor de staatsveiligheid heeft gespioneerd om het Vlaams Belang in kaart te brengen. Daarna wilde Renaat Landuyt de staatsveiligheid afschaffen. Krokusverlof? Nee, voor administrateur-generaal Alain Winants van de staatsveiligheid was het absoluut geen vakantie om lui achterover te hangen. Een gesprek over zijn visie. (Een uitvoerig overzicht van de manier waarop de staatsveiligheid werkt en ook van beide incidenten, Debie en Scientology, vindt U hier, nvdr).

    “Of Bart Debie voor de staatsveiligheid heeft gewerkt of niet, mag ik niet zeggen”, zo betoogt Winants. “Ik mag niet reageren op de verklaringen van een ex-politieman die veroordeeld is voor buitensporig geweld tegen Turken, schriftvervalsing en racisme. Anders ben ik strafbaar. Maar wat ik wél kan zeggen is dat Debie de staatsveiligheid maar pas gecontacteerd heeft op 11 augustus 2010. Van toen dateert zijn eerste mail, waarin hij voorstelt om voor ons te komen werken.”

    En ging U op zijn voorstel in?

    Daar kan ik niets over zeggen. Maar het is duidelijk dat hij heeft gelogen als hij zegt dat hij tussen 2007 en 2010 voor onze dienst heeft gespioneerd. En iedereen moet dan maar zelf oordelen of de rest van zijn verklaringen waar zijn en wat zijn motieven zijn.

    U zei dat hij tot zes maanden cel kan krijgen omdat hij zelf bekend maakte dat hij voor U spioneerde. Gaat U klacht indienen?

    Nee. Wij dienen geen klacht in, want wij mogen zelf niet bekend maken wie onze informanten zijn. Maar niets belet het parket van de woonplaats van Debie om een onderzoek te starten. Dat zal dan wel via een speciale procedure moeten gebeuren. Dat parket weet nu dat Debie desgevallend een misdrijf heeft gepleegd en zij mogen in het kader van een opsporingsonderzoek alle documenten inzien. Ze hebben daar voor geen speciale veiligheidsmachtiging nodig. Maar als de zaak later voor de rechter komt, dan zitten we weer strop. Want de advocaten en de rechters, die het vonnis moeten vellen, moeten wél een veiligheidsmachtiging hebben om die documenten in te zien. En die hebben ze niet. Ze zullen dus niet kunnen oordelen over de vraag of Debie schuldig is of niet.

    Hét probleem in deze zaak is dus: hoe zal het juridisch kunnen bewezen worden?

    Kan er dan helemaal niets gebeuren?

    Ik weet natuurlijk zelf hoe de vork aan de steel zit en ik zal dit ook duidelijk maken aan het Comité I, dat de staatsveiligheid controleert. Want de leden van dat Comité hebben een veiligheidsmachtiging, ze mogen alle geheime dossiers inzien. Maar voor het publiek is dat niet bestemd.

    Door de zaak-Debie kwam Uw organisatie helemaal onder schot?

    Ja, men focust niet meer op wat Debie heeft bekend gemaakt. Je leest niets meer over de aanschaf van die kalashnikovs en over het organiseren van neonazistische concerten door een medewerker van Bruno Valkeniers. De focus verschoof eerst naar mij: mag ik al dan niet nog verlengd worden. En nu naar de hele staatsveiligheid. Die zou nu plots nutteloos zijn.

    Wat vindt U van de verklaringen van Landuyt? Hij wil de staatsveiligheid afschaffen en hun inlichtingenwerk door de politie laten doen.

    Onbegrijpelijk, fundamenteel onjuist en onbeschoft. Renaat Landuyt en Philippe Moureaux hebben een totaal gebrek aan kennis van wat een inlichtingendienst is. En dat voor een justitiespecialist en een oud-minister van Justitie! Zo lees ik met verbijstering dat terrorisme alleen het werk van de politie zou zijn. Niet dus. Ze kennen het verschil tussen het werk van de politie en een inlichtingendienst niet.

    De politie moet misdrijven oplossen en daders voor het gerecht brengen. Weliswaar mogen ze ook “pro-actief” informatie inzamelen naar handelingen die misschien tot een misdrijf zouden kunnen leiden in het kader van terrorisme-onderzoeken. En daar is misschien soms enige overlapping met wat wij doen. Maar wij hebben goede afspraken met de politie. En vooral: wij werken met een andere doelstelling. Wij maken analyses op langere termijn, wij doen aan prospectie, brengen evoluties en gevaarlijke, staatsbedreigende fenomenen in kaart. Wij werken voor, tijdens en na de misdrijven op gevaarlijke fenomenen door.

    Met succes. Vele belangrijke terreurnetwerken zijn opgerold op basis van onze informatie. Ik denk aan de groep van Maaseik, de GICM (Groupe Islamique Combattant Marocain, een Marokkaanse terreurgroep, nvdr), de GIA (Groupe Islamique Armé, een Algerijnse terreurgroep,nvdr). We hebben dus wel degelijk een nut.

    De verklaringen van Landuyt en Moureaux zijn ook ongehoord en onbeschoft. Als ik hen hoor zeggen dat de staatsveiligheid uit veredelde boyscouts bestaat, dat wij alleen maar krantenknipsels en roddels verzamelen en dat wij altijd politieke spelletjes spelen, dan is dit hoogst onfair tegenover de vele mensen van mijn dienst die veel moeite doen om van hun soms gevaarlijke job met beperkte middelen het beste te maken.

    Landuyt en Moureaux zeggen dat sommige landen géén inlichtingendienst hebben. Waarom wij dan wel?

    Er zijn maar twee landen ter wereld zonder inlichtingendienst. Skandinavië heeft een ander systeem. Daar zit de inlichtingendienst bij de politie. Maar inlichtingendiensten bestaan daar ook, ze hebben er een dubbele rol: misdrijven opsporen én gevaarlijke fenomenen op de langere termijn bestuderen. Bovendien is het inlichtingenwerk, ook fysiek, er strikt gescheiden van de politie. De meeste ons omringende landen hebben echter een aparte inlichtingendienst. En de meeste van die diensten zijn niet alleen bevoegd in hun eigen land, maar ook in het buitenland. Dat is zo voor Duitsland, Engeland, Frankrijk en Nederland.

    Het is nu niet meer mogelijk om zich alleen te beperken tot ons eigen land. Buitenlandse situaties, zoals de verkiezingen in Congo, het Israëlisch-Palestijnse conflict, de strijd tussen Koerden en Turken hebben hier rechtstreekse gevolgen en bepaalde bedreigingen voor de Belgische democratie komen ook uit het buitenland. In Brussel zitten momenteel meer spionnen dan tijdens de Koude Oorlog.

    Ik pleit er niet voor dat we ook operaties in het buitenland zouden kunnen uitvoeren, maar we zouden wel in een aantal belangrijke staten een verbindingsofficier moeten hebben. Die zou ons op de hoogte kunnen houden van conflicten die die staten die ook hier dunnetjes worden overgedaan.

    Overigens: het debat over de afschaffing van de staatsveiligheid is ruim twintig jaar oud. Het is een steeds weerkerend monster van Loch Ness. De socialisten wilden dat al nog voor de politiehervorming werd doorgevoerd. Ze wilden toen al de staatsveiligheid integreren in de rijkswacht onder één en dezelfde minister. (Nu valt de politie onder binnenlandse zaken en de staatsveiligheid onder justitie, nvdr). Nu willen ze dat weer in de federale politie. Maar dit vereist een nieuwe politiehervorming. En ik weet niet of de oude al helemaal verteerd is en al voldoende resultaten heeft opgeleverd. Bovendien is het ondemocratisch als de politie én de inlichtingendiensten onder een en dezelfde minister zouden vallen. Laat staan dat politie aan inlichtingengaring zou doen!

    Landuyt zegt ook dat de staatsveiligheid niet genoeg wordt gecontroleerd?

    Daar moet ik even om lachen, zij het dan groen. Wij zijn de meest gecontroleerde dienst van België! Eerst en vooral heb je een interne controle. Daarnaast is er het Comité I. Dat bestaat uit drie magistraten en het heeft een eigen enquêtedienst. Dat Comité I kan bij ons alles onderzoeken en mag alle documenten inkijken. Alle burgers kunnen er klacht indienen. Vervolgens heb je nog de parlementaire begeleidingscommissie van vijf senatoren. En dan is er nog de BIM-commissie die al onze specifieke en uitzonderlijke methoden controleert. Voor de zwaarste methoden moeten we zelfs vooraf toestemming vragen. Wat Landuyt zegt is lachwekkend. Zeker als je bedenkt dat in België meerdere privé-inlichtingendiensten werken, die door niemand worden gecontroleerd en die doorgaans wel veel geld hebben om hun ding te doen.

    Moet er toch niet meer transparantie zijn?

    Algemene transparantie kan natuurlijk niet bij een inlichtingendienst. Wij zijn echter wel zelf vragende partij voor de grootst mogelijke transparantie naar onze controle-organen toe. Voor zover die mensen een veiligheidsmachtiging hebben natuurlijk, want het gaat om zeer geheime informatie. En daar knelt het schoentje bij de parlementaire begeleidingscommissie. Deze vijf senatoren hebben géén veiligheidsmachtiging. Zij mogen dus onze geheime informatie niet inzien en wij mogen ze hen ook niet geven. Dat is nu eenmaal de wet. De leden van de begeleidingscommissie vinden dat ze geen veiligheidsmachtiging nodig hebben, want ze willen geen onderzoek naar hun betrouwbaarheid. Wij zijn verkozen, zo zeggen ze. Het Comité I moet zich bij hen dan in acrobatische bochten wringen om toch nog min of meer iets uit onze rapporten te kunnen zeggen.

    Ik wil de senatoren van de begeleidingscommissie responsabiliseren. Nu sluiten ze zich af van alle geheime informatie. En het is toch absurd dat een kuisvrouw bij ons een veiligheidsmachtiging moet hebben maar de parlementsleden die ons controleren niet. Wie een veiligheidsmachtiging heeft, mag alles inzien, maar dat betekent niet dat hij alles hierover mag zeggen. Dit schept dus bepaalde verantwoordelijkheden.

    Doet de staatsveiligheid niet nodeloos geheimzinnig?

    Nee, want de inhoud van onze fenomeenanalyses wordt best niet publiek gemaakt om drie redenen. Eén: de openbare veiligheid kan in het gedrang komen als de bestudeerde groepering precies weet wat wij van hen weten. Twee: onze menselijke bronnen bij die groeperingen kunnen gevaar lopen. Niet alleen zullen ze misschien hun werk moet stopzetten, in extreme gevallen kan ook hun leven in gevaar zijn. En drie: buitenlandse inlichtingendiensten spelen ons nu nogal wat geheime informatie door. Als die bekend wordt, zullen we die informatie niet meer kregen. En waar staan we dan?

    Is de begeleidingscommissie niet wat klein? Zowel Groen als het VB pleiten voor een uitbreiding en een proportionele samenstelling.

    Of vijf senatoren van de vier grootste partijen volstaan als begeleidingscommissie: daarover kan gediscussieerd worden. In Nederland is de begeleidingscommissie samengesteld uit de fractievoorzitters van de partijen in het parlement. Misschien is dat democratischer. Maar het is niet aan mij om hierover een mening te uiten. In ieder geval zouden alle leden een veiligheidsmachtiging moeten hebben.

    Komt U naar de Kamer om op vragen van politici te antwoorden?

    Dat heeft weinig zin. Het probleem van de begeleidingscommissie stelt zich daar in het groot. In plaats van vijf senatoren zonder veiligheidsmachtiging zit ik daar tegenover 150 kamerleden zonder veiligheidsmachtiging. In plaats van een gesloten zitting heb je daar een openbare zitting. Zo’n hoorzitting heeft dus geen zin, want ik kan er toch geen geheime informatie bekend maken, ook niet achter gesloten deuren.

    Volgt Uw dienst politici?

    Nee, wij volgen geen politieke partijen, parlementsleden of politici as such. Maar wij bestuderen wel het terrorisme, het extremisme, het radicalisme van extreem-rechts en extreem-links. Mogelijk dat dan politici in beeld komen, als ze met die fenomenen verbonden zijn, maar ze worden niet geviseerd. We bestuderen deze verschijnselen op lange termijn en voor zover ze een bedreiging zijn voor de democratie en voor de staat. Daarom volgen we ook economische spionage en gevaarlijke sekten op. Net als de activiteiten van allerlei buitenlandse inlichtingendiensten op ons grondgebied, al dan niet privé. We willen weten of en hoe zij onze democratie, onze economie en onze samenleving beïnvloeden.

    Volgt U ook het nationalisme?

    Nee.

    In Uw Scientologyrapport werden toch politici genoemd?

    Ja, maar wel als personen die door deze sekten benaderd zijn, niet als geviseerde doelwitten van onze fenomeenanalyse. Het Comité I had dit rapport trouwens al sinds einde oktober vorig jaar. Als zij hadden gevonden dat er problemen mee waren, dan hadden ze hier uitleg kunnen komen vragen en dan mochten ze alle nodige documenten meenemen. Ze lieten ons echter niets weten en zagen er dus geen graten in.

    Had U niet de minister apart moeten inlichten?

    De minister heeft dit rapport ook gekregen. Soms voegen we er nog een aparte nota bij waarin we de aandacht erop vestigen dat politici in een rapport worden genoemd. Als we de regels strikt interpreteren, hadden we dat misschien moeten doen. En we deden het niet. Daarover valt te discussiëren. Maar wij zagen er dus geen graten in.

    Waarover maakte u nog fenomeenanalyses?

    Dit onze derde fenomeenanalyse. Ze was 130 pagina’s en beschreef de pogingen van enkele sektarische organisaties om ons sociale, politieke, economische en financiële leven binnen te dringen. De analyse liep over meer dan twee legislaturen.

    Eerdere fenomeenanalyses gingen over het islamitisch extremisme in België en (staatsgestuurde) inmenging (pogingen tot beïnvloeding door andere buitenlandse veiligheidsdiensten, nvdr).

    Wie krijgt deze analyses?

    Deze analyse over Scientology ging naar 32 mensen van buiten de staatsveiligheid én 1 naar het Comité I. Fenomeenanalyses worden alleen verstuurd aan mensen met een veiligheidsmachtiging. Om die te krijgen worden ze grondig onderzocht op hun betrouwbaarheid. En als ze die hebben weten ze ook dat ze moeten zwijgen over de geheime informatie die ze te lezen krijgen. Anders kunnen ze vijf jaar cel krijgen. Maar naast die veiligheidsmachtiging moeten ze die analyse ook absoluut nodig hebben voor hun functie. Deze twee voorwaarden moeten altijd samen vervuld zijn.

    Waarom kreeg de Koning die analyse?

    De Koning krijgt maar een kleine minderheid van onze rapporten, niet eens de helft. We sturen ze naar de mensen op zijn dienst met een veiligheidsmachtiging, als we dat nodig vinden. De Koning ontmoet ambassadeurs en mensen uit de samenleving. Het kan dus wel nuttig zijn dat hij sommige dingen weet vooraleer hij contacten legt.

    De staatsveiligheid is een gewone administratie van Justitie. Kan de minister van Justitie zeggen wie U moet volgen en wie U niet mag volgen?

    Onze opdrachten staan in de wet. Binnen dat kader bepaalt het Ministerieel Comité voor Inlichtingen en Veiligheid, die alle veiligheidsdiensten overkoepelt en onder leiding staat van de premier, de prioriteiten. En het College Inlichtingen en Veiligheid ziet toe op de uitvoering ervan. Wij moeten zelf ook een activiteitenplan opstellen waarin we duidelijk maken hoeveel personeelsleden we op welke opdrachten willen zetten. Onze activiteiten worden dus op een gestructureerde manier aangestuurd door Comités en Colleges waar de minister van Justitie mee inzit.

    Ik heb echter geen weet van een minister van Justitie die de staatsveiligheid heeft verboden om een bepaald verschijnsel te onderzoeken.

    Volgens het Comité I hebt U officieel 650 personeelsleden. Is dat genoeg?

    Over ons personeelssterkte communiceren wij niet. Maar ik zou wel graag de 100 mensen bijkrijgen die wij volgens ons kader momenteel te weinig hebben. Maar ik begrijp ook wel dat men moet bezuinigen. Toch mag je niet vergeten dat onze bevoegdheden de jongste vijftien jaar enorm zijn uitgebreid: de strijd tegen terrorisme, radicalisme en extremisme vereisen flink wat meer mankracht dan vroeger, net als de bescherming van het wetenschappelijk en economisch potentiëel. Ook het aantal onderzoeken voor veiligheidsmachtigingen is exponentieel toegenomen.

    Niet alleen zijn onze taken uitgebreider geworden, maar de kosten stijgen almaar meer met de index en de aanwervingsprocedures duren lang.

    Binnen onze taken is het werk ook gestegen. In Brussel heb je momenteel zeker zoveel spionnen als in Washington of Genève, want de Navo en de EU zijn hier. Er zijn ook heel wat debatten die interessant kunnen zijn voor spionnen: het energiedebat met zijn uitstap uit de kernenergie en zijn mogelijke compensaties. Daar zijn veel belangen mee gemoeid.

    Wil U ook taken afstoten?

    Een probleem is de bescherming van staatshoofden en andere VIP’s die op bezoek komen. Wij moeten daar ook voor zorgen. In 2012 hadden wij zo 161 beschermingsopdrachten, waaronder vijf permanente 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven. Dat probleem is enorm toegenomen door al die Europese toppen. Het vereist veel personeel, auto’s en financiële middelen. Dit is eigenlijk geen taak voor een inlichtingendienst. Wij zijn een van de weinige inlichtingendiensten ter wereld die zo’n taak heeft. Ofwel richt men dus een speciaal korps op voor dat werk. Dat kan bestaan uit leden van de federale politie, militairen, bepaalde van onze mensen. En daar ben ik eigenlijk voor. Ofwel behoudt men de huidige toestand, maar dan is veel meer personeel, auto’s en geld nodig.

    In Mortsel is Robin Libert, het hoofd van Uw dienst analyses, oppositieleider voor Open Vld in de gemeenteraad. Kan hij een politiek mandaat cumuleren met zijn taak als analist van de staatsveiligheid?

    Het is wettelijk niet verboden en er zijn in die vele jaren dat hij politiek actief is nooit problemen mee geweest. Hij zamelt zelf geen informatie in en hij doet ook de analyses niet zelf he. Ik heb geen verslagen gelezen waaruit bleek dat hij partijdig was.

    Ik begrijp wel de drukte die hierover is ontstaan, maar de meeste ambtenaren mogen nu eenmaal aan politiek doen. Alleen sommigen mogen het niet, zoals bv. politiemensen. Op de staatsveiligheid heb je zelfs twee statuten op dat vlak: de inspecteurs van de buitendiensten die de informatie over gevaarlijke groepen inzamelen, mogen géén politiek mandaat hebben. Dat staat zo in hun statuut. De medewerkers van onze analysedienst hebben echter geen speciaal statuut, hoewel ze daar al lang om vragen. Zij zijn dus gewone rijksambtenaren, die onder de regels van 1937 vallen. En daarin staat niet dat een ambtenaar geen politiek mandaat mag hebben.

    Over de vraag of een politiek mandaat hun neutraliteit schendt mag een debat gevoerd worden. Maar dan voor alle ambtenaren. Niet alleen voor die van de staatsveiligheid. En de regeling moet ook niet te ingewikkeld worden. Als magistraat ben ik persoonlijk geneigd om zo’n politieke cumul te verbieden, maar het moet dan voor alle ambtenaren zo zijn. Ook Libert zelf is voor een aangpast statuut, waarin het cumulverbod kan worden opgenomen.

    16 FEBRUARI 2013 – Binnenland

    Find this story at 16 February 2013

    ©1994-2013 Concentra Media Groep N.V.

    “Schaf de Staatsveiligheid af”

    Renaat Landuyt (justitiespecialist sp.a): “We kunnen beter het federale parket en andere opsporingsdiensten versterken. Die zullen in elk geval nuttiger werk verrichten.” © belga.

    Sp.a-justitiespecialist Renaat Landuyt pleit voor een afschaffing van de Belgische inlichtingendienst. “Die harkt toch maar krantenknipsels en roddels bijeen.” PS-senator Philippe Moureaux ziet alvast geen graten in het voorstel van de Vlaamse socialist.

    Landuyt is sinds begin dit jaar burgemeester van Brugge. Maar de advocaat staat vooral bekend als justitiespecialist van zijn partij. De Staatsveiligheid functioneert na enkele hervormingen volgens hem al iets beter dan vroeger. “Maar niet in die mate dat ik ervan onder de indruk ben”, klinkt het.

    “Ik vraag mij echt af of we een instelling zoals de Staatsveiligheid nodig hebben. In een democratie is er nood aan transparantie. Geheime organisaties zoals onze inlichtingendienst zijn niet meer van deze tijd. De dienst dateert nog uit een tijd dat staten in de eerste plaats vijanden van elkaar waren. Concurreren met die paar inlichtingendiensten in de wereld die er wel toe doen, kunnen we niet.”

    Het argument dat je een inlichtingendienst nodig hebt om gevaarlijke organisaties en potentiële terroristen op te volgen, houdt volgens de Vlaamse socialist geen steek. “Net alsof we een Staatsveiligheid nodig hebben om ons tegen terrorisme te beschermen. Dat is eigenlijk opsporingswerk. Het federale parket kan en moet dat doen.”

    Door de Staatsveiligheid af te schaffen, kunnen het federale parket en andere opsporingsdiensten worden versterkt. “Die zullen in elk geval nuttiger werk verrichten dan een dienst die toch maar krantenknipsels en roddels bijeenharkt.”

    Moureaux, PS-senator en minister van Staat, zal naar eigen zeggen niet minder goed slapen als de Staatsveiligheid verdwijnt en het parket meer macht krijgt. “Ik ben destijds als minister van Justitie verantwoordelijk geweest voor de instelling. Veel respect heb ik nooit voor die mensen gehad”, klinkt het. “Ze werken vaak op basis van geruchten en zijn altijd aan spelletjes te spelen. Ik heb dat eerlijk gezegd altijd een beetje miserabel gevonden.”

    Door een gebrek aan middelen zijn de agenten van de Staatsveiligheid eigenlijk niet meer dan veredelde scouts, stelt de Franstalige socialist. “Het beste voorbeeld daarvan is het rapport over politici die betrokken zouden zijn bij Scientology.”

    Door: Steven Samyn en Martin Buxant
    13/02/13 – 06u47

    Find this story at 13 February 2013

    © 2013 De Persgroep Digital

    ‘Map met naam Dewinter bevat oud juridisch dossier’; RTBF heeft beelden van dossier Dewinter bij Staatsveiligheid

    De beelden van het interview met Alain Winants, de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, die maandag werden uitgezonden in het tv-journaal van de RTBF, tonen een dossier dat de naam van Filip Dewinter draagt. ‘Het betreft in feite een oud dossier betreffende een juridische procedure die door betrokkene opgestart werd’, aldus de Staatsveiligheid dinsdagmiddag in een reactie.

    Bart Debie, de gewezen veiligheidsadviseur van Vlaams Belanger Filip Dewinter, zei maandag dat hij drie jaar lang als “mol” van de Belgische Staatsveiligheid binnen de partijtop van het Vlaams Belang heeft gefungeerd.

    De RTBF draaide maandag beelden tijdens een interview met Winants. Op het moment dat de topman van de Staatsveiligheid benadrukt dat zijn diensten zich niet bezighouden met politici, filmde de tv-ploeg van de Franstalige openbare televisie een dossier op zijn bureau. Op de farde was te lezen “Dewinter Filip”.

    dinsdag 12 februari 2013, 13u04 Bron: rtbf

    Find this story at 12 February 2013

    © De Standaard

    Bart Debie et VB: la polémique enfle autour de la Sûreté de l’Etat

    ABart Debie, ancien commissaire de police et conseiller de Filip Dewinter au sein du Vlaams Belang, affirme avoir été “une taupe” au sein du parti flamand d’extrême droite. Il aurait en effet fourni durant trois ans des informations sur le fonctionnement interne du parti à la Sûreté de l’État, a-t-il déclaré aux quotidiens De Standaard et Het Nieuwsblad. Filip Dewinter se dit trahi. La ministre de la Justice a rappelé à l’ordre la Sûreté quant à son devoir d’information à son égard.
    Et aussi
    Sûreté de l’Etat: le dossier “Dewinter Filip” est un “ancien dossier juridique”

    “J’ai été recruté comme informateur en 2007. Jusqu’à ma démission du parti en 2010, j’ai rencontré presque tous les mois une personne des services de renseignements”, a déclaré Bart Debie qui était à cette époque une figure-clé du Vlaams Belang.

    Bart Debie aurait notamment fourni des informations concernant les soutiens financiers du Vlaams Belang.

    Il a décidé de s’exprimer quant à son rôle d’informateur à la suite de déclarations de la ministre de la Justice, Annemie Turtelboom, qui a affirmé récemment que la Sûreté de l’État n’était pas impliquée dans l’espionnage de parlementaires.

    Annemie Turtelboom rappelle la Sûreté de l’Etat à l’ordre

    La ministre de la Justice, Annemie Turtelboom, a rappelé lundi, dans un communiqué de presse, avoir demandé récemment à la Sûreté de l’Etat de vérifier si l’obligation d’information à son égard était bien respectée dans les cas de surveillance de parlementaires.

    Une circulaire de 2009 prévoit que le ministre de la Justice doit être immédiatement informé chaque fois que le nom d’un membre actif du parlement fédéral apparaît dans un rapport de la Sûreté. Début février, après plusieurs affaires de surveillance impliquant des politiciens, Mme Turtelboom a demandé au Comité R, chargé de superviser la Sûreté, de vérifier que cette instruction était bien suivie.

    Dans un communiqué diffusé lundi, Mme Turtelboom a répété ses demandes.

    “A la suite de la fuite de l’analyse de phénomène, la ministre de la Justice a demandé à la Sûreté de l’Etat si toutes les instructions concernant le fonctionnement de la Sûreté de l’Etat sont rigoureusement appliquées”, selon le communiqué.

    “Vu l’importance d’une organisation de l’information correcte par les services de renseignements, (elle) a également demandé une enquête de contrôle au Comité R, qui est responsable légalement du contrôle parlementaire sur le fonctionnement de ces services”, est-il précisé.

    “Annemie Turtelboom doit s’expliquer”

    Colère de Filip Dewinter qui se dit “trahi par un bon ami”. Il fait remarquer qu’il avait aidé Bart Debie par le passé, lors de son procès, que le parti a payé ses amendes et qu’il a été salarié du Belang pendant des années.

    L’ancien président du parti d’extrême-droite a également indiqué lundi attendre de la ministre de la Justice, Annemie Turtelboom, de “très sérieuses explications”. Cette dernière avait affirmé que la Sûreté de l’État ne pistait par les parlementaires.

    “Soit elle ment, soit elle n’est pas au courant. Dans les deux cas, c’est problématique”, a-t-il dit.

    Au-delà des moyens juridiques dont il envisage de faire usage, le sénateur VB entend placer le débat sur la scène politique. “Utiliser la Sûreté comme un service de renseignement politique, selon le régime en place, cela va beaucoup trop loin. Qui plus est, l’objectif, ici, était clairement de déstabiliser un parti ou un homme politique”, a-t-il souligné.

    M. Dewinter exige de pouvoir examiner son dossier à la Sûreté. Il demande également que la Sûreté fasse étalage de ses méthodes et qu’on fasse savoir si d’autres taupes ont infiltré le Belang.

    “S’il était informateur, ce serait un délit pour lui de le révéler”, rappelle le patron de la Sûreté

    Alain Winants, le patron de la Sûreté de l’Etat, a confirmé lundi qu’il ne souhaitait donner aucune information sur l’éventuel rôle d’informateur qu’aurait joué l’ancien membre du Vlaams Belang Bart Debie. “Je ne peux pas vous parler de nos éventuelles sources, cela serait un délit”, a-t-il dit à Belga. “Mais si Debie était effectivement un informateur, cela serait un délit pour lui aussi” d’en parler, a-t-il ajouté.

    Alain Winants a répété lundi que la Sûreté ne suivait aucun politicien pour ses activités parlementaires. “Mais nous sommes compétents pour enquêter sur un certain nombre de menaces, notamment l’extrémisme. La collecte de fonds à l’étranger pour la création de mouvements anti-Islam pourrait tomber sous cette catégorie”, a-t-il dit, sans pour autant confirmer les propos de M. Debie.

    Certaines affirmations sont “totalement erronées ou fausses”

    “Un certain nombre d’affirmations de monsieur Debie sont totalement erronées ou fausses”, a encore fait savoir la Sûreté de l’Etat dans un communiqué de presse diffusé lundi soir, en réaction à l’aveu par l’ancien membre du Vlaams Belang, Bart Debie, de sa collaboration avec l’agence de renseignements. Elle n’en dit toutefois pas davantage.

    “Avant toute chose, nous souhaitons clairement indiquer que le service ne souhaite en aucun cas faire de déclaration concernant le fait que l’intéressé soit ou non un informateur de la Sûreté de l’Etat, étant donné que communiquer à ce sujet est un délit, aussi bien pour les membres du service que pour toute personne qui offre sa collaboration en application de la loi organique des services de renseignement et de sécurité du 30 novembre 1998”, rappelle la Sûreté.

    Elle insiste par ailleurs “fermement sur le fait qu’elle ne suit pas, ne screene pas, ne file pas – etc – en tant que tels des partis politiques, des mandataires, des politiciens dans le cadre de l’exercice de leur mandat parlementaire et/ou ministériel”.

    “Notons par ailleurs que monsieur Debie, pour peu que l’on croirait son récit, déclare que l’initiative de la prise de contact serait venue de lui-même. En outre, il faut également noter qu’un certain nombre d’affirmations de monsieur Debie sont totalement erronées ou fausses”, ajoute encore la Sûreté, sans préciser lesquelles.

    Le Comité R va enquêter

    Les “récentes révélations sur des informateurs éventuels dans le milieu politique seront reprises” dans l’enquête que mène actuellement le Comité R sur la manière dont les services de renseignement s’intéressent, le cas échéant, à des mandataires, a indiqué lundi le président de l’organe de contrôle, Guy Rapaille.

    “Le Comité permanent R a reçu, ces derniers jours, tant du Sénat que du ministre de la Justice, des missions d’enquêtes relatives aux documents de la Sûreté de l’Etat qui, malgré leur caractère secret, ont été diffusés dans les médias. Il s’agit d’une part d’une note relative à l’infiltration de la communauté congolaise de Bruxelles par le mouvement de la Scientologie, et d’autre part d’un rapport concernant une analyse de phénomène sur des activités d’ingérence non étatiques. Le Comité permanent R a repris les diverses questions de ces autorités dans deux enquêtes de contrôle distinctes”, a-t-il indiqué dans un communiqué.

    La première enquête, qui a déjà démarré, mais dont la portée est à présent étendue, traite de la manière dont les documents susmentionnés ont été “préparés et diffusés”, ainsi que de leur “conformité aux règles en vigueur”, a confirmé Guy Rapaille. “L’enquête sur les fuites en tant que telles est en premier lieu du ressort des autorités judiciaires, étant donné qu’il pourrait s’agir de délits”, a-t-il toutefois précisé.

    Une seconde enquête, plus générale, traitera “la manière dont la Sûreté de l’Etat et le Service Général du Renseignement et de la Sécurité recueillent, le cas échéant, des informations sur des mandataires politiques, la manière dont ils conservent et utilisent ces informations et la manière dont ils en font rapport aux ministres de tutelle ou à d’autres autorités”, a ajouté M. Rapaille. “Il va de soi que de récentes révélations sur des informateurs éventuels dans le milieu politique seront reprises dans cette enquête”, a-t-il précisé.

    Bart Debie et les méthodes musclées

    BELGIQUE | lundi 11 février 2013 à 4h37

    Find this story at 11 February 2013

    © RTBF

    Rechterhand Filip Dewinter was spion staatsveiligheid

    De Belgische Staatsveiligheid heeft jarenlang een ‘mol’ gehad binnen de top van het Vlaams Belang. Dat zegt Bart Debie, ex-politiecommissaris en gewezen veiligheidsadviseur van partijkopstuk Filip Dewinter. ‘De Staatsveiligheid deed onderzoek naar de financiering van de partij en naar de contacten van Filip Dewinter’, zegt Debie. ‘En ik was drie jaar lang hun informant.’

    ‘Wat ze met andere politici doen, weet ik niet. Maar de Staatsveiligheid heeft het Vlaams Belang jarenlang met héél véél aandacht gevolgd. En ik kan het weten, want ik was er zelf bij betrokken.’

    Bart Debie (38) was eigenlijk van plan zijn werk als informant voor de Staatsveiligheid voor altijd geheim te houden. Maar na de uitspraken van minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) vorige week dat de Staatsveiligheid ‘zich niet bezighoudt met het bespioneren van parlementsleden’ doorbreekt hij het stilzwijgen. Turtelboom deed haar uitspraken nadat twee rapporten van de Staatsveiligheid waren uitgelekt. Daarin werd een hele resem politici genoemd die gecontacteerd waren door sekten zoals Scientology. Turtelboom zei dat de Staatsveiligheid geen dossiers bijhoudt van parlementsleden.

    ‘Van Vlaams Belang alleszins wel’, zegt Debie. ‘In 2007 hebben ze me ingelijfd als informant. Tot mijn ontslag bij de partij in 2010 heb ik bijna elke maand op zijn minst één ontmoeting gehad met mijn vaste begeleider bij de inlichtingendienst.’

    ’Ik zocht zelf contact’

    Debie is jarenlang een sleutelfiguur geweest bij Vlaams Belang. Hij is een voormalig commissaris van de Antwerpse politie die bekend werd met zijn harde aanpak van de criminaliteit op het Falconplein. Maar in 2003 kwam hij in opspraak na een gewelddadig verhoor van vijf Turkse arrestanten. Hij werd geschorst, nam later ontslag en werd in 2007 veroordeeld voor buitensporig geweld en vervalsing van pv’s. Filip Dewinter bood een vangnet: in 2004 lijfde hij Debie in bij Vlaams Belang als veiligheidsadviseur.

    ‘Voor alle duidelijkheid: het contact met de Staatsveiligheid is er op mijn initiatief gekomen’, zegt Debie. ‘Waarom ik contact zocht? Ik had het al langer moeilijk met bepaalde praktijken binnen de partij. De directe aanleiding was een stunt die Filip Dewinter wilde opvoeren. Ten tijde van de rellen in Brussel, waar met een kalasjnikov-geweer op de politie was geschoten, riep Dewinter me bij zich. Bart, kun jij via je contacten een aantal kalasjnikovs kopen? Hij wilde die op een persconferentie presenteren. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik dat niet zag zitten, omdat het om strafbare feiten ging. En ik had al een strafblad, door die affaire in Antwerpen. Toen heb ik contact gezocht met de Staatsveiligheid. Deels om mezelf wat in te dekken, deels omdat ik dat soort praktijken binnen de partij kotsbeu was.’

    Een paar dagen nadat hij zelf contact had gezocht, kreeg Debie telefoon van iemand die zich voorstelde als commissaris bij de Staatsveiligheid.

    Lees de rest van het artikel in Het Nieuwsblad van maandag 11 februari.

    Joris van der Aa en Tom Le Bacq

    Find this story at 11 February 2013

    © Nieuwsblad.be werkt samen met De Standaard en L’Avenir