Bewapende en goed georganiseerde fascistische milities fungeerden als de stoottroepen van de Euromaidan ‘revolutie’. Het waren deze krachten die de door de EU gesponsorde ‘vredesdeal’ afwezen. In plaats daarvan riepen ze versterkingen op van hun bondgenoten in Lviv, veelal lokale politiefunctionarissen, omsingelden het parlement in Kiev en zorgden voor de aanstelling van een regering die voornamelijk bestaat uit ultra-nationalisten en openlijke fascisten.
De fascistische leden van de huidige Oekraïense regering zijn Andriy Parubiy, commandant van de Maidan zelfverdedigingskrachten en een van de oprichters van de partij Svoboda (‘Vrijheid’). Hij werd benoemd tot secretaris van de Nationale Veiligheids- en Defensieraad, die de leiding heeft over het ministerie van defensie en de krijgsmacht. Zijn adjunct-secretaris is Dmytro Yarosh, leider van Pravy Sektor (‘Rechtse Sector’) en een voormalig huurling die vocht met het Tsjetsjeense verzet. Belangrijke posten zijn toegekend aan Svoboda-leden Oleksandr Sych (vice-premier), Ihor Tenyukh (defensie), Serhiy Kvit (onderwijs), Oleh Makhnitsky (procureur-generaal), Ihor Shvaika (landbouw) en Andriy Mokhnyk (milieu).
Pravy Sektor commandant Stepan Kubiv is de nieuwe voorzitter van de Nationale Bank van Oekraïne. Dmytro Bulatov en Tetiana Chornovol, beiden verbonden met de antisemitische en ultra- nationalistische paramilitaire organisatie Oekraïense Nationale Vergadering – Oekraïense Nationale Zelfverdediging zijn respectievelijk geplaatst op het Ministerie van Jeugd en Sport en de nieuwe ‘anti-corruptie commissie’ van de regering.
Fascisten binnen de staatsmacht
Door de sociale crisis in Oekraïne hebben nu de twee vleugels van het Oekraïense fascisme – de straatvechters en de politici – een plek binnen de staatsmacht veroverd. De regering die nu gevormd is heet officieel een ‘voorlopige’ of ’tijdelijke’ regering en heeft algemene verkiezingen uitgeschreven op 25 mei. Maar extreemrechts laat er geen gras over groeien en probeert nu al zoveel mogelijk van zijn agenda gerealiseerd te krijgen. In de eerste dagen van hun functioneren binnen de staatsmacht werden tientallen van hun gevangen medestanders vrijgelaten en dienden ze moties in om de officiële status van het Russisch en andere minderheidstalen te beëindigen, de autonomie van de Krim af te schaffen en de Communistische Partij van Oekraïne (KPU) te verbieden. Met deze acties namen zij een zware verantwoordelijkheid op zich voor het uitlokken van een golf van pro-Russische sentimenten in het Oosten en in het bijzonder op de Krim.
De aanwezigheid van zoveel fascisten in de zelfbenoemde ‘overgangsregering’ is geen toeval. De groeiende wanhoop van een groot deel van de Oekraïense bevolking die steeds verder verarmde door de economische crisis heeft een hoofdrol gespeeld tijdens de Maidan protesten en het manoeuvreren tussen de rivaliserende Europese en Amerikaanse imperialisten. Fascistische en extreemrechtse milities namen steeds meer het voortouw in de protestbeweging en kwamen uiteindelijk in een positie waar hun eisen voor deelname aan de staatsmacht niet konden worden genegeerd. Vanaf het begin mobiliseerde de Euromaidan-beweging steun op basis van een reactionair beroep op chauvinistische en nationalistische ideeën van de Oekraïens sprekende bevolking die is geconcentreerd in het westen van het land.
Met neo-nazi ’14/88′- en White Power-symbolen op hun schilden en de rood-zwarte vlag van het in de Tweede Wereldoorlog met de nazi’s collaborerende Oekraïense Opstandingsleger van Stepan Bandera, traden de fascisten naar voren als de sterkste kracht binnen de Euromaidan beweging.
Hoewel het wellicht mogelijk was om een meer algemeen verzet tegen het impopulaire regime van Janoekovitsj te mobiliseren vervreemdde de invloed van extreem-rechts en zijn identificatie met nationalistische iconen als Stepan Bandera het Russisch-sprekende oosten van het land.
Niet moet worden vergeten dat er veel meer Oekraïners tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten in het Sovjet-leger en partizanengroepen dan in de pro-nazibeweging van Bandera, en dat, hoe grof en weerzinwekkend de misdaden van het stalinisme in Oekraïne ook waren (de hongersnood, de zuiveringen, de NKVD die nationalistische gevangenen om het leven bracht in 1941 en de massale deportatie van Krim-Tataren), die van de Duitse bezetter nooit uit het bewustzijn verdwenen.
De discipline van extreemrechts en de afwezigheid van een even gedisciplineerd links zorgde ervoor dat de progressieve activisten verdreven werden van de Maidandemonstraties en dat er aanvallen werden uitgevoerd op feministen, vakbondsleden en anarchisten, zodat er een fysieke en politieke hegemonie over de beweging in het westen en het centrum van het land ontstond.
De fascistische milities van Svoboda, waarvan de leider Oleh Tyahnybok een van de drie belangrijkste sprekers van de Euromaidan beweging was, en de Pravy Sektor vormden de voorhoede van de opstand. Ook prominent aanwezig waren Spilna správa en de zogenaamde Afghantsy (Afghanistan veteranen).
De fascisten consolideerden hun positie binnen Euromaidan. Ze gebruikten hun strijdlustige gewapende bendes, eerst om het plein te verdedigen, en daarna om in het offensief te gaan. Begonnen werd met de bezetting van overheidsgebouwen om die te gebruiken als basis voor verdere vooruitgang, daarna werden politiebureaus en kazernes aangevallen, gevolgd door aanvallen op kantoren van de communistische partij en de vakbonden. Zij gebruikten hun positie om zich te wapenen en hun aanhangers voor te bereiden op de machtsovername. Zo veroverden zij een plaats in de leiding van de protestbeweging. Tyahnybok deelde het podium op het Maidanplein met oppositieleiders Vitali Klitschko en Arseniy Yatsenyuk. Hij werd daar omhelsd door de Amerikaanse senator en Republikeinse presidentskandidaat John McCain.
EU compromis mislukt
De bemiddelingspoging van de EU om tot een vredesakkoord te komen mislukte toen extreemrechts en de muitende politie weigerden om een regering van nationale redding te aanvaarden. Het accent lag nu op hun eigen milities als een levende belichaming van verlossing van het Russische imperialisme.
De pogingen van de EU om een compromis tot stand te brengen, waarin ook de ontwapening van zowel de politie als de milities was opgenomen, kwamen te laat. Oppositieleiders die zich ervoor uitspraken werden weggehoond. De milities weigerden hun wapens in te leveren, in plaats daarvan kwamen er bussen vol versterkingen uit Lviv, het nationalistische bolwerk in het westen, dat zich reeds onafhankelijk van de regering in Kiev had verklaard. Het compromis, dat ook gericht was op het ondermijnen van de invloed van georganiseerd extreem-rechts, door het bevorderen van Klitschko als alternatief met ‘schone handen’, bezweek onder de fascistische invloed, ondersteund door kogels uit geweren die waren gedistribueerd door of in beslag genomen uit de politiedepots. Hun aanhangers eisten het hoofd van Janoekovitsj, in sommige gevallen letterlijk, maar zeker niet zijn samenwerking of die met zijn partij in het samenstellen van een coalitie die de associatieovereenkomst met de EU zou uitvoeren.
Svoboda en de ‘respectabele’ nationalistische partners besloten dat hun belangen samenvielen toen ze gingen mobiliseren om Janoekovitsj te verdrijven, maar toen het uitliep op een gewapende strijd om de macht werden de nationalisten geconfronteerd met een monster met eigen ambities.
De EU, die de aanwezigheid van de fascisten ’tolereerde’ zolang ze een nuttig instrument in de strijd tegen Janoekovitsj waren, wilde Klitschko aan het bewind of op zijn minst als een sterke controle op Julia Timosjenko ’s Batkivshchyna (‘Vaderland’). Maar de VS was Europa te slim af, door bereid te zijn een fascistische aanwezigheid in de regering te tolereren en zo de EU buiten spel te zetten.
Het inmiddels beruchte afgeluisterde telefoongesprek van de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Victoria Nuland onthult de omvang van de rol van de VS in het bepalen van de samenstelling van de overgangsregering. Ze stond erop dat ‘Yats’ ( Yatsenyuk ) en niet Klitschko premier zou moeten zijn, en stond toe dat Svoboda verschillende ministeries zou kunnen hebben zolang Tyahnybok niet op een belangrijke post kwam. Haar commentaar ‘Fuck the EU’ liet weinig twijfel over de houding van de VS naar zijn vroegere bondgenoten in Berlijn.
De opkomst van Svoboda
De crisis in Oekraïne heeft Svoboda van onbekendheid naar internationale bekendheid gebracht. Met 15.000 leden en 37 parlementsleden is Svoboda de grootste extreem-rechtse organisatie in Oekraïne. Het heeft verbindingen in het Europees Parlement met de Hongaarse Jobbik, de British National Party, het Franse Front National (FN), de Nederlandse PVV en een aantal andere Europese extremistische partijen.
Svoboda werd opgericht in 1991 als de Sociaal-Nationale Partij van Oekraïne (SNPU). De naam en het logo met de Wolfsangel werden aangenomen om de identificatie met Hitlers nazi’s uit te drukken. In de vroege jaren deed de SNPU veel moeite om zich te onderscheiden in het moeras van fascistische sekten die in het westen van Oekraïne ontstonden na de ineenstorting van de Sovjet-Unie. In 1999 richtte de SNPU de ‘Patriotten van Oekraïne’ op, een paramilitaire groep die verantwoordelijk is voor de aanvallen op linkse politici en vakbondsmensen.
Patriotten van Oekraïne werd ontbonden in 2004, toen de partij Oleh Tyahnybok als leider koos tijdens het partijcongres van dat jaar. De SNPU begon met de hervorming van zijn publieke imago, met het voorbeeld en de adviezen van FN leider Jean-Marie Le Pen die zijn eigen organisatie had geleid van onbekendheid naar de derde partij van Frankrijk.
Het Wolfsangel-logo van de SNPU
De eerste stap was om de naam te veranderen en ter vervanging van de swastika-achtige Wolfsangel kwam de Tryzub, een symbool van het Oekraïense nationalisme. Bovendien werden plannen besproken om een rechtse politieke partij samen met het Congres van Oekraïense Nationalisten en de Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN) te vormen.
Om de heroriëntatie kracht bij te zetten kondigde Svoboda, zoals de partij intussen heette, zijn steun aan voor de presidentiële kandidatuur van de anti-Russische politicus Viktor Joesjtsjenko. Door een combinatie van zuiveringen en meer nadruk op sociale vraagstukken probeerde Tyahnybok de al te openlijke identificatie met neo-nazisme van Svoboda af te schudden. Maar tijdens een bijeenkomst waarbij Tyahnybok optrad als spreker bij een gedenkteken van Stepan Bandera, riep hij de Oekraïense bevolking op te strijden tegen de ‘Moskoviet-Joodse maffia’, die volgens hem het land beheerste. Hij prees Bandera’s organisatie, de oorspronkelijke OUN, voor ‘de strijd tegen de Russen, Duitsers, joden en ander gespuis die onze Oekraïense staat wilden vernietigen’. Bandera ’s OUN was verantwoordelijk voor de vernietiging van tienduizenden etnische Polen en Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 2005 publiceerde Tyahnybok een open brief waarin hij de ‘criminele activiteiten van het georganiseerde Jodendom’ aan de kaak stelde, die zo hij beweerde ‘genocide’ wilde plegen tegen het Oekraïense volk.
Het nieuwe logo van Svoboda
De groei van Svoboda
Tyahnybok werd als leider van de partij meerdere malen herkozen en werd lid van de Verchovna Rada, het Oekraïense parlement. De politieke doorbraak voor Svoboda kwam in de regionale verkiezingen van 2009 in Ternopil oblast, waar de partij op de eerste plaats eindigde met 35 procent van de stemmen, door in te spelen op de ondergang van zowel het Blok van Julia Timosjenko en Joesjtsjenko’s Ons Oekraïne, voormalige bondgenoten die waren uitgevallen.
Bij de regionale verkiezingen van 2010 kreeg Svoboda zetels in zeven regionale raden en in drie een meerderheid. Bij de algemene verkiezingen van 2012 veroverde zij 37 zetels in het parlement, de Verchovna Rada en 10 procent van de stemmen. Terwijl in de landelijke westelijke regio’s Svoboda bijna 40 procent van de stemmen kreeg behaalde de partij in het geïndustrialiseerde oosten minder dan 5 procent en in sommige regio’s slechts 1 procent.
Ook in 2012 trad Svoboda toe tot het ‘Verzetscomité tegen de dictatuur’, een front opgericht om te protesteren tegen de strafrechtelijke veroordeling van JuliaTimosjenko, en de partij beloofde om samen te werken met de Verenigde Oppositie coalitie van Timosjenko’s Vaderlandpartij en Arseniy Yatsenyuk’s ‘Front voor Verandering’ als de oppositie de verkiezingen zou winnen. Dit was het ontstaan van de “Drievoudige alliantie’, die het regime van Janoekovitsj in 2014 omver zou werpen door geweld.
Svoboda maakte slim gebruik van de desillusie bij de bevolking met de regering van Timosjenko en Joesjtsjenko. De partij nam deel aan tal van protesten met populistische leuzen over sociale kwesties en tegen het ‘onvaderlandslievende’ (dat wil zeggen, pro-EU) beleid, dat de aandacht afleidde van de reactionaire, extreemrechtse politieke lijn van haar leden en leiders, een politiek die een onoverkomelijke barrière vormde voor de groei van de partij in de oostelijke en zuidelijke delen van het land.
Onder Joesjtsjenko’s presidentschap profiteerde Svoboda van de rehabilitatie door Joesjtsjenko van nazi-collaborateur Stepan Bandera en zijn nadruk op het Oekraïense nationalisme. Maar een belangrijk deel van Svoboda ’s populariteit komt ongetwijfeld ook voort uit het feit dat het wordt gezien als onbezoedeld door banden met de oligarchen, waarvan de onderlinge strijd (West met Timosjenko en Joesjtsjenko tegen Oost van Janoekovitsj) het land op de rand van economische ondergang bracht. Net zoals Hitler niet van de daken schreeuwde over zijn financiering door industriëlen Thyssen en Krupp, maakt Svoboda veel propaganda met ‘het verwerpen van elke financiering door de oligarchen’ en beweert dat het vooral kleine en middelgrote bedrijven zijn die hen financieren.
Demonstratie van extreemrechts met portret van Bandera en op t-shirt Wolfsangel
Nadat Janoekovitsj Partij van de Regio’s in 2010 de presidentsverkiezingen won, kreeg Svoboda veel publiciteit op de door Janoekovitsj gecontroleerde tv-zenders. Dit was een berekende zet om Svoboda als de partij van de oppositie te profileren, waardoor Janoekovitsj zijn tegenstanders aan de kaak kon stellen als nationalisten, Banderisten en fascisten. Dit zou moeten leiden tot een politiek doodvonnis in de Russisch-sprekende regio’s, waar nog steeds een sterke collectieve identificatie bestaat met het Sovjet-leger en de strijd van de partizanen tegen de nazi’s.
Gezien de jaarlijkse processies die de partij ter herdenking van de sterfdag van Bandera organiseert, kan een dergelijke beschuldiging tegen Svoboda niet worden afgewezen. Terwijl Svoboda ontkent dat het racistisch is, maar gewoon ‘pro-Oekraïens’, blijft het lidmaatschap van de partij voorbehouden aan etnische Oekraïners.
Ideologie van extreemrechts
Svoboda tracht haar eigen ideologie te ontwikkelen door het combineren van nationalistische reactionaire tendensen uit de ‘Twee Revoluties’ doctrine, die werd ontwikkeld door de voormalige OUN leider Yaroslav Stetsko. De essentie van deze leer is dat ‘de revolutie niet zal eindigen met de oprichting van de Oekraïense staat, maar door zal gaan om gelijke kansen voor alle mensen te creëren en materiële en spirituele waarden te delen en in dit opzicht is de nationale revolutie ook een sociale’.
Met andere woorden, zodra de politieke revolutie het heersende politieke regime omverwerpt, zal een ‘sociale’ revolutie volgen. Deze sociale demagogie leent het taalgebruik van de arbeidersbeweging, wat typisch is voor het nationaal-socialisme. Een onderzoek van het politieke programma van Svoboda laat zien dat de ideologie ten grondslag ligt aan deze nationale en sociale revolutie: staatscontrole over banken en belangrijke industrie, nationalisatie van de landbouwgrond, de bevordering van het gezin en de kerk, beperkingen op de sociale en economische rechten van vrouwen, achterstelling van nationale minderheden, promotie van de ‘Oekraïense cultuur’ enzovoort. Er zijn aanwijzingen dat er een geleidelijke matiging van het extremisme van de partij is om stemmen te winnen als bewijs van een verschuiving van de neo-nazi wortels. Er is geen twijfel aan dat de leiders van Svoboda politieke lessen hebben getrokken aan de hand van de ontwikkeling van een aantal West-Europese extreemrechtse partijen, als het FN in Frankrijk en de Alleanza Nazionale in Italië. Deze waren al tot de conclusie gekomen dat de klassieke fascistische strategie van het openen van de strijd om de macht door middel van het winnen van de fysieke controle in de straten in de omstandigheden van hun land contraproductief was en gingen over tot een strategie van het innemen van belangrijke overheidsinstellingen en ideologische posities door electorale middelen.
Maar de omstandigheden die aanleiding gaven tot de meest succesvolle van deze extreemrechtse projecten, het Front National van Jean-Marie Le Pen, zijn niet de omstandigheden in Oekraïne, waar de fascisten zich al hebben verzekerd van de fysieke controle over de straten en de machtskwestie op de agenda staat. In Oekraïne zijn de sociale voorwaarden aanwezig voor een levensvatbare binnenlandse fascistische straatbeweging. Dat blijkt uit de leidende rol van de fascisten in de Maidan beweging.
Stoottroepen
Svoboda concentreert zich op de penetratie van het staatsapparaat, met name de politie en het leger. Om zich ‘salonfähig’ te voorzien van ‘burgerlijk-democratisch fatsoen’ besteedt het de mobilisatie van een vechtende straatbeweging nu uit aan Pravy Sektor en andere groepen, die op hun beurt weer worden gestigmatiseerd door hun constante strijd met de politie en de ‘rechtstaat’. De aanwezigheid van zoveel fascisten in de regering creëert evenwel een ingebouwde instabiliteit in de vorm van een conflict tussen de behoeften van Svoboda om te reageren op zijn massabasis in de verarmde kleinburgerij en de wens van de grote oligarchen om hun monopolies uit te breiden, door de stedelijke en landelijke bevolking slachtoffer te maken van een IMF herstructurering of schuldbetalingen. Toch hebben de grote oligarchen geen bijzondere loyaliteit naar de Vaderlandpartij of Timosjenko persoonlijk. Dat blijkt wel uit het feit dat velen van hen eerder Janoekovitsj steunden. Maar zoals de wind waait waait mijn petje, luidt een oud Nederlands spreekwoord. En dus zal de nieuwe regering, onder leiding van oligarchen van Timosjenko ’s Vaderlandpartij, met de steun van verschillende oligarchen die werden benoemd als regionale gouverneurs, nu proberen haar macht te consolideren. Zij kan de politieke en financiële steun van Washington verwachten die haar aantreden enthousiast ontving.
De fascisten zijn de stoottroepen van een offensief van de nieuwe regering tegen de verarmde bevolking die zich zal verzetten tegen de te nemen impopulaire maatregelen, vooral in de oostelijke regio waar de Russisch-sprekenden in de meerderheid zijn. Of Timosjenko en de leiders van de Vaderlandpartij hen al dan niet openlijk steunen maakt al niet meer uit, de fascisten zijn nu sterk genoeg om zelfstandig te mobiliseren en het initiatief te nemen als zij het gevoel krijgen dat de nieuwe regering zwakte of besluiteloosheid toont. Maar zij zullen ook een bittere vijand blijken te zijn van de democratische en libertaire elementen die de vroege fasen van de Maidandemonstraties ondersteunden.
Als extreemrechts een grote aanhang verwerft bij de verkiezingen in mei, met meer leden in de Rada en dus meer ministers, dan zal een echte fascistische radicalisering van de staat kunnen optreden. In een land waar de regering zeer instabiel is, met een tijdelijke balans tussen de burgerlijke neoliberale en fascistische politici, met territoriale verdeeldheid tussen het oosten en het zuiden aan de ene kant en het centrum en het westen aan de andere kant, moet de linkse oppositie vechten om hun eigen vormen van bestuur en zelfverdediging te creëren. Ze moeten niet de macht van de resterende regionale oligarchen in het oosten, die nog niet zijn overgegaan naar het Kievregime, accepteren noch van die van het westen die de nieuwe regering van na de staatsgreep omarmen. Maar allereerst zal er het besef moeten ontstaan dat men met verdeeldheid altijd het slachtoffer zal worden. Het gaat dan om de verdediging van minderheden in Oekraïne: Tataren en Grieken op de Krim, Roemenen en Hongaren in het westen, Russen in het midden en oosten en joden. Elke poging om een eentalig en mono-etnisch Oekraïne te creëren zal alleen een verschrikkelijke ramp worden in de lijn van de oorlogen in Kroatië, Bosnië en Kosovo in de jaren 1990.
De enige zekerheid ligt in een strijd voor een Oekraïne, waarin de economische en militaire middelen van het hele land onder de controle en ten dienste van de hele bevolking staan. Het gaat dan om een samenleving die de materiële sociale en culturele behoeften van eenieder bedient en die zich met hand en tand verzet tegen de reactionaire imperialistische machten Rusland uit het Oosten en de EU en VS uit het Westen. Tegen de politiek van de wanhoop zijn het antwoord en de inspiratie te vinden in de werkelijk democratische en internationalistische geest van de Bosnische protesten. ‘Weg met nationalisme!’ is de leuze daar, wanneer ze vechten voor alle nationaliteiten in hun land tegen bezuinigingen en ongelijkheid. Eenheid in de strijd van alle nationaliteiten tegen de nationale haat, armoede en kapitaal: dat is waar de hoop voor Oekraïne ligt.
Bas van der Plas/INSUDOK, 12 maart 2014
Met dank aan Luba en Tatyana uit Lugansk
Find this story at 12 March 2014
copyright Bas van der Plas/INSUDOK