De minister van Justitie heeft tijdens een Algemeen Overleg over tapstatistieken toegezegd een onderzoek te laten verrichten naar de effectiviteit van telefoon- en internettaps (TK 2009-2010, 30 517, nr. 16).
Dit rapport heeft als doel inzicht te bieden in het feitelijk gebruik van de telefoon- en internettap bij opsporing van strafbare feiten. In het onderzoek wordt uitgegaan van een getrapte vraagstelling:
Hoe wordt in Nederland gebruikgemaakt van de telefoon- en internettap tijdens het opsporingsproces?
Hoe wordt in enkele andere West-Europese landen (Engeland en Wales, Duitsland en Zweden) met dit opsporingsmiddel omgegaan?
Kunnen (grote) verschillen tussen deze landen in het gebruik van dit opsporingsmiddel worden verklaard?
Deze vraagstelling is uitgewerkt in verschillende onderzoeksvragen, die zich samen laten vatten als: hoe vaak, waarom en wanneer wordt de telefoon- en internettap ingezet, voor hoe lang wordt een tap aangesloten en wat voor een informatie levert het dan op?
Inhoudsopgave:
Voorwoord
Afkortingen
Samenvatting
Inleiding
De telefoon- en internetmarkt
Regulering van tappen in Nederland
Wat is een tap en hoe komt deze tot stand?
De tapstatistieken in Nederland
De telefoontap in de praktijk
De internettap in de praktijk
Alternatieven voor de tap
Het gebruik van de tap in Engeland en Wales
Het gebruik van de tap in Zweden
Het gebruik van de tap in Duitsland
Slotbeschouwing
Auteur(s): Odinot, G., Jong, D. de, Leij, J.B.J. van der, Poot, C.J. de, Straalen, E.K. van
Organisatie: WODC
Plaats uitgave: Den Haag