In het voorjaar van 2010 was India een paar weken in de ban van een afluisterschandaal, maar vervolgens verdween dat in de vergetelheid. Dit is opmerkelijk gezien de staat van dienst van de inlichtingenwereld in India. Schandalen die gewone Indiërs raken, maar ook corruptie, slecht management, verkeerde technologie en apparatuur en bovenal incompetentie lijken de boventoon te voeren bij de NTRO, die verantwoordelijk wordt gehouden voor het schandaal. NTRO, National Technical Research Organisation, gebruikt IMSI Catchers om voor lange tijd en op grote schaal politici, ambtenaren, zakenmensen, beroemdheden en gewone Indiërs af te luisteren.
Het gebruik van een IMSI catcher moet nauwlettend gecontroleerd worden. Het afluisterschandaal in India laat zien wat de gevaren zijn van het toelaten van het apparaat in een veiligheidsstelsel. Een IMSI catcher is een mobiele zendmast. Het International Mobile Subscriber Identity nummer is een uniek nummer dat aan een SIM kaart voor een mobiele telefoon is gekoppeld. Aan het IMSI nummer zit tevens een uniek telefoonnummer. Het IMSI nummer bestaat uit drie groepen getallen, 111/22/3333333333. Aan het nummer is te zien uit welk land de SIM kaart komt. De eerste cijfers (111) staan voor het land, Nederland heeft bijvoorbeeld 204 als code. De tweede set cijfers (22) onthullen de provider, KPN heeft bijvoorbeeld 08 en Vodafone 04. De laatste cijfers, maximaal tien cijfers, zijn het unieke abonnementsnummer. Dit is niet hetzelfde als het telefoonnummer. Telefoons waar twee SIM kaarten in zitten, hebben ook twee IMSI nummers.
De IMSI catcher fungeert als mobiele antenne die het gsm verkeer in de buurt opvangt, hierbij gaat het alleen om uitgaande gesprekken. Bij gewone mobiele telefoons vindt de versleuteling van de conversaties plaats in de dichtstbijzijnde mast. De IMSI catcher hoeft de informatie dus niet te kraken, maar kan simpelweg de gesproken of geschreven data lezen. De catcher moet het telefoonverkeer wel doorgeleiden naar een reguliere mast anders kan er geen contact worden gemaakt met de persoon die door de gsm wordt gebeld. De catcher fungeert als tussenstation om de data ofwel direct af te vangen ofwel niet versleuteld door te geleiden. Het doel van de catcher is natuurlijk ook? om het telefoonnummer van een beller te achterhalen. Voor opsporingsinstanties die het gsm nummer van een verdachte niet kunnen traceren is dit een handig middel. Men plaatst een catcher in de buurt van de persoon in kwestie, vangt de nummers allemaal af en kan nagaan welk nummer men moet hebben. Bij politie-invallen kan het apparaat ook zijn dienst bewijzen door op locatie het telefoonverkeer te monitoren, vooral als binnen een onderzoek niet alle gsm-nummers bekend zijn. Tevens kan de catcher worden gebruikt voor spionage doeleinden, vooral spionage die de overheid niet aan de grote klok wil hangen. Bij het afluisteren met een IMSI catcher heeft men namelijk geen medewerking van een Telecom provider nodig. De IMSI catcher laat echter wel een spoor achter die een gebruiker kan wijzen op onregelmatigheden in de transmissie en het apparaat is niet altijd succesvol. De IMSI catcher was tot begin 2011 ook te koop door particulieren. Verschillende bedrijven in New Delhi, Gurgaon en Noida boden de ‘off-the-air-monitoring’ systemen aan. In 2011 besloot de regering de handel van de apparaten aan banden te leggen. Private ondernemingen bleken namelijk gebruik te maken van de catcher.
NTRO
In India is de IMSI Catcher op grote schaal ingezet voor spionage doeleinden, zo onthulde het weekblad Outlook in het voorjaar van 2010. Vanaf waarschijnlijk eind 2006 tot en met april 2010 werden politieke tegenstanders, mensen die promotie zouden maken, leden van het kabinet en allerlei andere politieke en niet politieke figuren door één van de Indiase geheime diensten afgeluisterd. De gesprekken werden afgeluisterd, opgenomen en bewaard. De dienst die verantwoordelijk is voor het afluisteren is de National Technical Research Organisation, de NTRO. De NTRO werd na de Kargil oorlog in 1999 opgezet. Dit conflict ontstond toen het Pakistaanse leger posities in het district Kargil, in de regio Kashmir innam. India reageerde furieus en verdreef de Pakistanen uit een groot deel van Kargil. De laatste posities werden door Pakistan verlaten na diplomatieke druk. De Kargil Review Committee concludeerde in 1999 dat een van de redenen van het uit de hand lopen van het conflict gebrekkige inlichtingen was. De Defence Intelligence Agency (DIA) en de National Technical Facilities Organization (NTFO) die al snel NTRO werd gedoopt, werden opgezet.
De NTRO begon zijn werkzaamheden in april 2004. De NTRO is de Indiase stofzuiger van data, zowel internet als telecommunicatie data, en monitort het Indiase grondgebied en luchtruim. De NTRO gebruikt hiervoor allerlei technische hulpmiddelen, van satellieten tot IMSI catchers. De Technology Experiment Satellite (TES), een satelliet die is uitgerust met een camera die foto’s kan maken van voorwerpen van een meter, is een van de hulpmiddelen. De satelliet werd in oktober 2001 gelanceerd en de beelden worden beheerd door de Indian Space Research Organisation (ISRO). Beelden worden ook commercieel verhandeld door een bedrijf dat verbonden is aan de ISRO, Antrix Corporation. BBC News rapporteerde dat India door TES ook beelden bezit van de oorlog in Afghanistan. In 2001 was India het tweede land naast de Verenigde Staten dat een satelliet bezit die beelden kan genereren van voorwerpen van een meter groot. Een van de functionarissen die centraal staat in de introductie van de afluister praktijken door de NTRO is dhr. Narayanan. Narayanan heeft decennia lang een centrale rol gespeeld in de Indiase inlichtingenwereld. Hij was hoofd van het Intelligence Bureau van 1988 tot 1992, en diende daarbij onder vijf verschillende minister-presidenten. Daarna nam hij een adviserende rol op zich onder de directe verantwoordelijkheid van de minister-president van India. In zijn rol als National Security Advisor (NSA) introduceerde hij de nieuwe afluistertechnologie in India in 2005. Narayanan wordt wel de ‘super spook’ van India genoemd, omdat hij zijn gehele wat? leven? al in de kringen van de Research and Analysis Wing (R&AW), het Intelligence Bureau en de NSA heeft bewogen. Zijn verhouding met minister-president Manmohan Singh was toen hij National Security Advisor niet close. Hij had bezwaren tegen de nucleaire samenwerking tussen Amerika en India en de toenadering van India en Pakistan. In de Wikileaks Cables over India die begin 2011 zijn vrijgegeven door The Hindu wordt Narayanan echter wel omschreven als een belangenbehartiger van de relatie met de Verenigde Staten. In een van de berichten wordt hij omschreven als de smeerolie voor zaken die voor de Amerikanen interessant zijn.
De NTRO valt onder de verantwoordelijkheid van de inlichtingendienst buitenland van India, de Research and Analysis Wing (R&AW), hoewel het een zekere mate van onafhankelijkheid heeft. De NTRO faciliteit waar het afluisteren van de communicatie met het buitenland wordt gedaan ligt in de buurt van Kala Ghoda, zuidelijk Mumbai. Bij Malad, dat in de buurt ligt van Kala Ghoda, komen de datakabels die internet- en telecommunicatie tussen continenten mogelijk maken het Indiase vasteland binnen. De NTRO zit er letterlijk boven op. Hierbij gaat het om communicatie tussen India en het buitenland. De inlichtingendiensten van India hebben daarnaast genoeg binnenlandse capaciteit om de iedere Indiase burger af te luisteren.
Afluisteren
Het afluisterschandaal van de NTRO werd eind april 2010 door het weekblad Outlook onthuld. In de editie van 3 mei van dat jaar zegt een senior inlichtingenofficier dat de NTRO geen toestemming nodig heeft om een telefoon te tappen. Het gaat volgens hem om het onderscheppen van een signaal tussen de gsm en de antenne. Volgens de officier gaat het daarom niet om het afluisteren van een telefoonnummer. Het apparaat zou signalen binnen een cirkel van twee kilometer kunnen onderscheppen. De medewerker van de NTRO lijkt te suggereren dat er helemaal niets mis is met het afluisteren met behulp van een IMSI catcher, het signaal wordt gewoon opgevangen en bewaard. Op dezelfde wijze lijkt de minister van Binnenlandse Zaken van India, P. Chidambaram, de storm rond het afluisterschandaal te willen sussen. In een van de eerste reacties verklaarden bronnen binnen de regering dat het ging om een proef van de NTRO. De regering had geen opdracht gegeven, dus is zij niet verantwoordelijk, en er hoeft geen onderzoek te komen. Volgens de minister waren in de bestanden van de NTRO ook geen bewijzen gevonden van het afluisteren van politici. Tevens wees de regering erop dat de NTRO niet zelfstandig operaties uitvoert, maar werkt onder auspiciën van andere diensten. Bij deze diensten zou het gaan om zeven inlichtingendiensten: het Intelligence Bureau, de Research and Analysis Wing, de Directorate of Revenue Intelligence, Enforcement Directorate, Narcotics Control Bureau, Economic Intelligence Unit and Directorate-General of Investigations, Income-Tax (CBDT). Een oud medewerker van de NTRO voegde daar in de Economic Times van 24 april 2010 nog aan toe dat de dienst slechts onderzoek doet naar technische hulpmiddelen. Volgens hem luistert de dienst geen individuen af en wordt het NTRO in diskrediet gebracht door verongelijkte werknemers.
Ook de politie heeft de bevoegdheid om af te luisteren. De minister van Binnenlandse Zaken stelde dat ruim dertig instanties in de verschillende Indiase deelstaten de mogelijkheid hebben om te tappen en af te luisteren. Volgens minister Chidambaram ligt daarom de macht tot het uitvoeren van deze observaties niet alleen op nationaal niveau, maar ook op deelstaatniveau. Dat dit ook daadwerkelijk aan de hand is werd in dezelfde periode geïllustreerd door een afluisterschandaal van de CBDT. Deze dienst had lobbyisten van de telecommunicatie industrie afgeluisterd ten tijde van de toewijzing van mobiele breedband netwerken met de 2G technologie. Bij deze onthulling werd niet de CBDT beschuldigd van illegale taps, maar kregen de bedrijven het te verduren. De afgeluisterde gesprekken onthulden de grote invloed van de industrie op de besluitvorming van de regering. De CBDT luisterde de lobbyisten af in het kader van een onderzoek naar belastingfraude. Zowel politiek als binnen de juridische wereld worden er vraagtekens gezet bij het afluisteren van mensen die worden verdacht van belastingfraude.
Hoewel de onthulling in de Outlook erg gedetailleerd was, was het antwoord van de minister en de dienst dat er niets aan de hand is. Er wordt niet afgeluisterd en er is geen bewijs gevonden dat het is gebeurd, luidde het officiële regeringsstandpunt. De Indiase Telecomwet van 1885 en de toegevoegde wijziging van 2008 maken afluisteren echter wel mogelijk. Bij het afluisteren gaat het om uitzonderlijke situaties en niet om een standaard regel. Het was dus wel degelijk een schending van wettelijke regels. In de week erna bevestigden enkele inlichtingenofficieren anoniem dat er op grote schaal afgeluisterd wordt. Naast de vier politici waarover Outlook in het nummer van 3 mei 2010 publiceerde bleken er veel meer mensen te zijn afgeluisterd. Het gaat daarbij naast politici om ambtenaren, zakenmensen, gewone Indiërs en beroemdheden. Volgens de anonieme officieren werden de gesprekken zonder wettelijke toestemming afgeluisterd . De officieren vertellen in de Outlook van 10 mei 2010 dat zij de opdrachten mondeling kregen of soms op een geel memo papiertje. Volgens de officieren waren de afluisteroperaties allemaal illegaal , zonder toestemming van de NSA of het kabinet van de minister-president. Er mocht ook geen administratie van worden bijgehouden. De IMSI catchers werden ingezet om bijvoorbeeld in Delhi, de hoofdstad van India, rond te rijden om gsm verkeer op te vangen. Eigenlijk waren het ‘fishing operaties’ op zoek naar dat ene gesprek dat mogelijk een gevaar kan zijn voor de nationale veiligheid. Het systeem scant alle nummers zonder onderscheid te maken en kan alles opnemen. Op elk willekeurig moment kan het apparaat dat in India is gebruikt maximaal 64 gesprekken opnemen. Sommige gesprekken werden vernietigd, andere werden bewaard. Het wordt uit het interview met de medewerkers niet duidelijk wie er verantwoordelijk was voor het besluit om gesprekken al dan niet te vernietigen. In The Times of India worden anonieme bronnen aangehaald die zeggen dat het afluisteren van de politici was uitgevoerd door “junior officials”, maar dat hun werk deel uitmaakt van een grotere operatie.
Volgens de medewerkers van de inlichtingendiensten gaat het om in totaal vijf apparaten die door de NTRO gebruikt worden. Van de ritten van de auto met de IMSI Catcher worden twee logboeken bijgehouden. Het ene logboek bevat geen enkel detail van de operatie. Het andere logboek is “top secret” en bevat gedetailleerde informatie over de locatie waar het apparaat heeft afgeluisterd. De precieze route, bestemmingen, data en tijden zijn in dat logboek te vinden. Medewerkers van de inlichtingendienst vertelden dat het niet alleen de NTRO hoeft te zijn die verantwoordelijk is voor het tappen. Verschillende van de zeven inlichtingendiensten en zelfs de politie hebben een IMSI catcher. Bronnen in de inlichtingenwereld hebben het weekblad Outlook aangegeven dat er in totaal 90 apparaten zijn aangeschaft door de verschillende instanties. Vooral in regio’s waar veel moslims wonen gebeurt dit volgens de officier. De inlichtingenofficieren die in Outlook worden geïnterviewd worden ondersteund in hun verhalen door een oud- directeur van het Intelligence Bureau (IB), dhr. Dhar. Hij vertelde het Indiase weekblad Tehelka dat de NTRO namen moet hebben gekregen om af te luisteren. Tevens verklaart hij dat politieke leiders regelmatig inlichtingendiensten de opdracht geven om mensen af te luisteren zonder schriftelijke toestemming. Medewerkers van diensten die weigeren aan deze afluisterpraktijken mee te doen, worden ontslagen volgens de oud-directeur van het Intelligence Bureau.
Iedereen is verdacht
Het is onduidelijk wat het doel is van de afluisteroperatie die zeker vier jaar heeft geduurd. Hoewel de verantwoordelijk minister in zijn eerste reactie had aangegeven niets van het afluisteren af te weten, gaven regeringsbronnen aan de The Times of India toe dat de NTRO wel toezicht uitvoerde. Welk toezicht wordt door de Times niet vermeld. Volgens de bronnen staan die activiteiten onder directe verantwoordelijkheid van de National Security Advisor of het kabinet van de minister-president waaronder de Research and Analysis Wing en de NTRO valt. Bij de NSA zou het gaan om dhr. Narayanan, de man die aan de wieg stond van het afluisteren in 2005. In de Indiase media worden ook verbanden gelegd met de lange traditie van de Indian National Congress (INC), een regeringspartij, om de oppositie in diskrediet te brengen door het verzamelen van politiek gevoelige informatie door het inzetten van inlichtingendiensten. Het dagblad The Pioneer vergelijkt het met de werkwijze van de Indiase roddelpers, maar dan veel serieuzer. Volgens de krant gaat het er bij het afluisteren om om te achterhalen wie elkaar ontmoeten, met wie iemand contact heeft, met wie personen van de elite slapen en vergelijkbare vragen uit de roddelbladen. Het lijkt er volgens de krant op dat de inlichtingendiensten de levens van politieke spelers in kaart probeert te brengen.
De Indian National Congress (INC) is echter niet de enige politieke partij die deze middelen inzet. Het lijkt erop dat het binnen de Indiase democratie de gewoonte is om de oppositie op allerlei manieren in de gaten te houden. De wijze waarop de oppositie het schandaal gebruikte om de regering onder druk te zetten, lijkt deze stelling ook te ondersteunen. De oppositie is geschokt en wil uitleg van de minister-president, maar daadwerkelijke wettelijke hervormingen werden niet met zoveel woorden geëist.
De verantwoordelijk minister voor de afluisteroperatie is Chidambaram. Chidambaram is lid van de Indian National Congress (INC). Onder de afgeluisterde politici bevond zich ook de minister voor Consumentenzaken, voedsel en distributie, Sharad Pawar van de Nationalist Congress Party (NCP), een afsplitsing van de INC. De NCP neemt op dit moment ook deel aan de regering samen met het INC. Ook leden van de partij van de minister van Binnenlandse Zaken zoals dhr. Digvijay Singh werden afgeluisterd, evenals leden van de oppositie, zoals het hoofd van de Communistische Partij India, dhr. Karat. Het afluisteren vond niet alleen nationaal plaats, ook in deelstaten van India zoals in Bihar werden hoge politici afgeluisterd, zoals de premier van Bihar, dhr. Kumar.
De onderwerpen van de gesprekken die Outlook in haar bezit heeft, zijn uiteenlopend. Bij de gesprekken van de minister van Consumentenzaken ging het om het grote schandaal rond de Indian Premier League (IPL), de Indiase cricket competitie, IPL-gate, waar sprake was van witwassen van geld en het vooraf bepalen van de winnaar van een wedstrijd. De premier van Bihar belde een collega om te lobbyen voor meer geld voor zijn deelstaat. En van de communistische partij zijn gesprekken bewaard uit 2008 toen er oppositie werd gevoerd tegen de aankoop van nucleaire technologie van de Verenigde Staten. Hoewel Karat tegenstander was van de overeenkomst tussen India en de Verenigde Staten stond hij onderhandelingen met minister-president Singh niet in weg. Hij fungeerde ook als een belangrijke exponent van de oppositie in India tegen de overeenkomst. De gegevens over de afluisterpraktijk van de NTRO geven nu aan dat dhr. Karat toen is afgeluisterd. Uiteindelijk bleef de Communistische Partij bij haar standpunt om tegen te stemmen, maar de regering behaalde toch een nipte overwinning. De Samajwadi Party (SP) en tien leden van de BJP, beide oppositie partijen, hielpen de regering aan haar meerderheid. De overeenkomst met de Amerikanen kon doorgaan. Naar nu blijkt werden er tijdens de onderhandelingen over het akkoord met de Amerikanen parlementariërs omgekocht. In documenten van de Amerikaanse vertegenwoordiging in India die door Wikileaks zijn buitgemaakt, blijkt dat de Amerikanen op de hoogte waren van de steekpenningen die parlementariërs ontvingen om voor te stemmen. Of de afgeluisterde gesprekken hebben bijgedragen aan het omkopen van leden van het parlement is niet duidelijk.
DE NTRO als schandaal
De NTRO heeft absoluut geen schoon blazoen. De korte historie van de dienst kent al vele schandalen, gebrekkig functioneren, politieke benoemingen en tekenen van corruptie. India kent geen Commissie van Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten, wel een algemene controledienst, te vergelijken met de algemene Rekenkamer. De regering stelde dhr. P.V. Kumar van de Comptroller and Auditor General of India (CAG) aan om de misstanden bij de NTRO te onderzoeken. Kumar is een oud medewerker van de Research and Analysis Wing en werd na zijn onderzoek begin 2011 aangesteld om de NTRO te leiden. In hoeverre er een einde is gekomen aan de misstappen is dan ook niet duidelijk. Een van de schandalen naast het afluisteren van politici is de benoeming van de tweede man van de dienst, dhr. Vijararaghavan, en zijn betrokkenheid bij een deal met het Amerikaanse bedrijf CISCO. Na de deal met CISCO werd de dochter van Vijararaghavan door CISCO in dienst genomen. De positie van de tweede man staat ook ter discussie omdat hij naast zijn functie bij de NTRO ook nog zijn oude functie als hoofd van Defence Research and Development Organisation (DRDO) vervult en tevens directeur is van een lobbygroep van de elektronica-industrie. Ook diverse andere benoemingen worden door de CAG onderzocht op hun onvolkomenheden. Het gerechtshof in Delhi oordeelde verder dat er een onderzoek moet komen naar administratieve en financiële onregelmatigheden bij de aanstelling van ruim zeventig werknemers. Vacatures zouden zijn opgevuld met niet capabele mensen zonder de juiste opleiding en voor sommige functies is zelfs geen vacature uitgeschreven, maar die zijn onderhands opgevuld.
Naast het personeelsbeleid zijn er ook vragen gerezen over de aankoop van apparatuur door de dienst. Een medewerker schafte zonder overleg met het agentschap dat over de aankopen van gevoelige apparatuur gaat, computers aan die vitale Chinese onderdelen bevat. De spanningen tussen India en China fluctueren al decennia lang tussen gespannen en vriendschappelijk. De laatste jaren gaat het beter, maar tien jaar geleden had de verhouding tussen de twee landen een nieuw dieptepunt bereikt na Indiase kernproeven. En dat de relatie verre van close is maakten Canadese onderzoekers van de Information Warfare Monitor (IWM) duidelijk toen zij India erop wezen dat begin 2010 Chinese hackers zich de toegang hadden verschaft tot computers van het Indiase leger. IWM had de Indiase overheid er een jaar eerder al op gewezen dat haar computers en servers kwetsbaar waren voor aanvallen uit vooral China. Op de computers die in 2010 gehackt zijn, zou informatie staan over het raketprogramma van India, de artillerie-brigades van Assam, luchtmachtbases en andere militaire informatie. De Canadese onderzoekers produceerden een rapport over de Chinese elektronische infiltratie, ‘Shadow in the Cloud’. In mei 2010 bleek dat de schade van de Chinese spionage operatie aanzienlijk is. Computers en servers van diplomatieke vestigingen van India in Kabul, Moskou, Dubai, Abuja, in de Verenigde Staten, Servië, België, Duitsland, Cyprus, het Verenigd Koninkrijk en Zimbabwe waren door de Chinezen overgenomen. Ook het kantoor van de National Security Advisor was besmet en zelfs bedrijven als Tata, YKK India en DLF Limited. Naast deze militair en economisch strategische spionage hadden de Chinezen het ook gemunt op de Tibetaanse gemeenschap in Dharamshala.
Een andere medewerker kocht satelliet communicatiemiddelen van een bedrijf uit Singapore (Singapore Technologies), een bedrijf dat door de Indiase overheid op een zwarte lijst was geplaatst. Bij de aanbesteding van de satelliet communicatie apparatuur kwamen de specificaties van de NTRO precies overeen met het product van Singapore Technologies. In andere gevallen, zoals bij de aanschaf van onbemande vliegtuigen van het Israëlische bedrijf Israel Aerospace Industries (IAI) is door het NTRO geen aanbesteding uitgeschreven volgens de onderzoekers van CAG. De onbemande vliegtuigen moesten in januari 2010 aan de grond worden gehouden, omdat bleek dat de NTRO onveilige en open radiofrequenties gebruikte voor de besturing van de vliegtuigen. Volgens de India Today zouden ook de onbemande vliegtuigen van het Indiase leger op deze manier worden bediend. Bij grote uitgaven dient de NTRO een aanbesteding te doen en toestemming te vragen aan de National Security Advisor en uiteindelijk de minister-president. Ook dit laatste is bij diverse aankopen door de dienst niet gebeurd.
Naast deze personele en technische misstappen wordt de kwaliteit van het werk van de dienst in het publieke debat in India in twijfel getrokken. Hoewel haar taak het verzamelen van informatie over mogelijke terroristische aanslagen, cyber crime, opstanden en illegale grensoverschrijdingen is, heeft de dienst geen enkel duidelijk succes geboekt. De aanslagen van 26 november 2008 in Mumbai worden gezien als het bewijs van de mislukking van de dienst. Toch lijkt de dienst onaantastbaar, zoals zoveel inlichtingendiensten. Twee jaar later was het opnieuw raak. Op basis van informatie van de inlichtingendiensten werd een man gearresteerd die verantwoordelijk werd gehouden van de aanslag op de “Duitse bakkerij”, een populaire uitgaansgelegenheid voor toeristen in Pune. Minister Chidambaram feliciteerde de inlichtingendiensten, maar ze bleken het bij het verkeerde eind te hebben. De man moest worden vrijgelaten wegens ontlastend bewijs.
En hoewel de NTRO de stofzuiger is van data van Indiase burgers staat zij net als de andere spelers in de Indiase inlichtingenwereld bekend om het ‘kwijtraken’ van gevoelige data. In 2003 was de Defence Research and Development Organisation (DRDO) plotseling 53 computers kwijt. Toen zij werden teruggevonden, ontbraken de harde schijven. Op de harde schijven stonden geheime codes voor communicatie met inlichtingendiensten en het leger. In 2006 raakte een belangrijke wetenschapper van de DRDO zijn laptop kwijt op het vliegveld van Delhi. Op de laptop bewaarde de wetenschapper geheime informatie over het Indiase kernwapenarsenaal en raketsystemen. En in 2008 raakte een directeur van de NTRO zijn laptop met geheime informatie over de kernwapenprogramma’s in Pakistan, China en Noord Korea kwijt in Washington DC.
Het schandaal staat niet op zich
De NTRO is niet de enige dienst die tekenen vertoont van verval. Ook de dienst waaruit zij is voortgekomen, de Research and Analysis Wing, wordt geteisterd door technische, personele, administratieve en financiële schandalen. Eigenlijk is het niet onlogisch dat er schandalen optreden binnen de Indiase inlichtingenwereld. Met zoveel onregelmatigheden is het bijna vanzelfsprekend dat er schandalen plaatsvinden die ook Indiase burgers raken. Het NTRO schandaal staat dan ook niet op zich. Vergelijkbare afluisterpraktijken zijn de afgelopen decennia aan het licht gekomen. In de jaren tachtig kwam aan het licht dat de Indiase overheid politieke leiders afluisterde. Daarnaast werden ook toen toonaangevende journalisten in de gaten gehouden. In 1990 – 1991 was het opnieuw raak met een nieuw afluisterschandaal. De Peoples Union for Civil Liberties (PUCL), een burgerrechtenbeweging, bracht de zaak voor de rechter. Tijdens de rechtzaak gaf de CBI, Central Bureau of Investigation, toe dat op grote schaal journalisten, parlementariërs en leden van het kabinet zowel op nationaal als op deelstaatniveau waren afgeluisterd. Het CBI gaf toe dat deze afluisterpartij onwettig was.
En is er wat veranderd na het schandaal in het voorjaar van 2010 dat de Indiase politiek enkele weken bezig hield? Nee, in juli van hetzelfde jaar werd de IMSI Catcher als nieuw gepresenteerd in een operatie met de codenaam Fox, alsof het om een nieuwe strijd ging tegen terrorisme en criminele bendes. De media waren het schandaal van twee maanden eerder al weer vergeten.
Buro Jansen & Janssen