De Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) is allang niet meer alert, maar uitermate paranoia, levend in een waan die de veiligheid in gevaar brengt. MH-17 is daar het voorbeeld van.
Dreigingsbeelden Terrorisme Nederland (DTN) worden gekenmerkt door een hitserigheid van een blogtekst of tweet zonder duidelijke bronvermelding en achtergrond. Het lijkt veel weg te hebben van een mening over de toestand in de wereld, een soort G.B.J. Hiltermann. Een mening die niet bedoeld is om angst weg te nemen, want een aanslag is immer voorstelbaar, reëel en wij zijn eigenlijk altijd voorkeursdoelwit en soms gelegenheidsdoelwit.
Wie tien jaar DTN doorspit, weet niet meer dan wat internationale kranten over mondiale zaken hebben gepubliceerd, enkel nog meer gestript van elke vorm van verdieping, duiding, analyse. De internationale context van het dreigingsbeeld wordt gepresenteerd zonder achtergrond, zonder duidelijke beredenering van verbanden, zonder bronnen, zonder concrete aanwijzingen. Maar met veel geruchten, berichten, voorstelbaarheden, aannemelijkheden en andere vage veronderstellingen over mogelijke gevaren zonder enige aanwijzing.
Aanslagen, brandstichtingen, mislukte aanslagen en complotten worden gepresenteerd als strijdmomenten op het wereldwijde battlefield. De rol van opsporings- en inlichtingendiensten wordt nooit nader benoemd, geanalyseerd, doorgrond. Ook discrepanties in de officiële versies van de incidenten komen niet aan de orde. We zijn steeds door het oog van de naald gekropen. Ook wordt er nergens rekenschap gegeven van de ‘collateral damage’, de vele burgerslachtoffers bij standrechtelijke executies in de zogeheten jihadistische strijdgebieden. We zijn in oorlog en bang en alles lijkt geoorloofd. De internationale terreur van het dreigingsbeeld.
Us against them
Waarom wordt het internationale nieuws in de NDT’s doorgenomen? Het antwoord van de NCTV is dat er een directe link is tussen groepen als al-Qaida, IS en radicale moslims in Nederland. Radicalisering via het internet, middels aanzuigende werking, terugkeerders, jihadgangers, wereldnieuws in het teken van radicalisering in Nederland, gekoppeld aan aanslagen.
Is er meer dan wereldnieuws in de vorm van vette koppen dat in de DTN’s wordt vastgelegd? Nee, wat er ter plaatste aan de hand is, is niet meer interessant. Het perspectief zijn de jihadistische strijdgebieden die de slagvelden van de mondiale oorlog tegen de terreur voorstellen. Lokale historie, omstandigheden en ontwikkelingen zijn niet van belang. Er wordt een bipolaire wereld geschapen, ‘us against them’, ‘you are with us or with the terrorists.’
Wordt duidelijk of inlichtingenbronnen of inlichtingen analyses een extra dimensie geven aan het dreigingsbeeld? In tien jaar dreiging wordt niet gepoogd grip te krijgen op de groeiende veenbrand die in het Midden-Oosten en noordelijk Afrika woedt. Er wordt gesproken over de-radicalisering, het tegen gaan van extremisme en polarisatie alsof het ziekten zijn, maar de eigen radicalisering van de dienst en van de Nederlandse overheid in relatie tot de war on terror en ten aanzien van de battlefields wordt niet onderzocht.
Overstijgt het internationale deel van de dreiging het niveau van een tweet over Poetin, Russisch materieel in Oost-Oekraïne, militaire vliegtuigen die uit de lucht zijn geschoten, protesten in Irak, de slag om Raqqa of ontwikkelingen in Noord-Mali? Nee, sommige aanslagen worden afgedaan met één regel, enkele incidenten krijgen meer aandacht, meestal om het eigen gelijk van de dienst aan te tonen. Zoals ‘terugkeerders’ die iets gedaan hebben en daarom het grote gevaar vormen.
De indruk ontstaat dat Europa onder vuur ligt, maar dat heeft vooral te maken met de voorkeur bij de NCTV. Alles buiten Europa, Canada, de VS en Australië wordt slechts zeer beperkt aangestipt, tenzij er een westerling slachtoffer van een aanslag of ontvoering is geweest. Wat voor indruk laat de terreurdienst achter ten aanzien van de ‘eigen’ inlichtingen verzameling, het uitwisselen van data tussen diensten onderling en de aanwezigheid van goede analisten die in staat zijn het diverse materiaal te duiden? Zou het bijvoorbeeld hebben uitgemaakt als de diensten die de NCTV coördineert een afgevaardigde in Kiev (MH-17) zouden hebben gehad?
Politiek document
De inlichtingen die de dienst presenteert, hebben het karakter van korte nieuwsberichten met zwaar aangezette koppen. Natuurlijk stelt de dienst dat in het kader van de ‘veiligheid van de staat’ het niet mogelijk is om bronnen te vermelden, alle inlichtingen prijs te geven en specifieker te zijn over gebeurtenissen. De terreurdienst krijgt haar informatie uit handen van politie- en inlichtingendiensten die hun informatie weer betrekken van buurtagenten, regionale en criminele inlichtingendienst medewerkers, geheime diensten van landen en andere bronnen. Ongeveer 70 tot 80 procent van de informatie is afkomstig uit openbare bronnen zoals kranten, lokale bladen, Facebook, Twitter, internet.
Het bipolaire wereldbeeld van de NCTV beïnvloedt het dreigingsbeeld zodanig dat twijfel, nuance en perspectief volledig ontbreken, vandaar de blinde vlek voor Oekraïne, de blinde vlek ten aanzien van de controle op wapenvergunningen, de blinde vlek voor de economische crisis. Alles is jihad en dreiging is synoniem aan radicaal jihadistisch extremisme. Hebben DTN’s daarom het karakter van een jaarverslag van een inlichtingendienst? Ja, misschien iets specifieker, maar verwacht geen nauwgezette informatie, duidelijke analyse, duiding of verdieping.
Een DTN is een dreigingsbeeld, een soort jaarverslag van de geheime dienst over de gevaren voor de staat, een soort weerbericht, waarbij een regenbui voorspelbaarder is dan de mogelijke gevaren of een aanslag. Iedere trouwe krantenlezer kan het zelf schrijven, en met een beetje politiek gevoel ook nog diverse politiek groepen, bewegingen of etnische gemeenschappen aanwijzen als zijnde ‘staatsgevaarlijk’.
Jaarverslagen van inlichtingendiensten zijn over het algemeen zeer vaag. Ze wekken de indruk dat de diensten veel weten, maar geven geen enkel inzicht in de werkelijke aard van die kennis. Het DTN lijkt daarop, al ontbeert het de typisch cryptische geheime dienst taal. Uiteindelijk zijn jaarverslagen van inlichtingendiensten en dreigingsbeelden politieke documenten, want de term staatsgevaarlijk is een rekbaar begrip in verschillende politieke contexten.
Potentieel jihadisme
Er vanuit gaande dat inlichtingendiensten een groot deel van hun informatie uit openbare bronnen putten, moet geconcludeerd worden dat eigenlijk steeds weer dezelfde set aan bronnen wordt geraadpleegd. Bronnen die het gevaar, de dreiging en de potentie van het jihadisme onderstrepen. Analyses die trachten anders aan te kijken tegen de ‘oorlog tegen de terreur’ zijn niet terug te vinden in dreigingsbeelden.
Daarnaast valt op dat de internationale component in het dreigingsbeeld van het ministerie van Veiligheid en Justitie groot is in verhouding tot de nationale component. Al-Qaida, al Nusra of een andere club zet in een online magazine (Inspire bijvoorbeeld), op sociale media of een live podcast dat Geert Wilders opnieuw de islam beledigd heeft en daarom onthoofd moet worden of dat Nederland gestraft moet worden. Deze tweet, fatwa, artikel of opmerking vindt zijn weg naar het eerst volgende DTN.
Probleem bij deze internationale context is dat de vraag in hoeverre er een relatie is met een dreiging voor Nederland onduidelijk is. In DTN-4 wordt bijvoorbeeld een fatwa van Abu Musab al-Suri aangehaald. Deze Syrische Spanjaard, geboren onder de naam Mustafa bin Abd al-Qadir Setmariam Nasar, zou in Pakistan zijn gearresteerd en door de Amerikanen aan Syrië zijn uitgeleverd waar hij nog gevangen zit. De coördinator schrijft dat ‘de authenticiteit van deze op internet geciteerde fatwa vooralsnog niet bevestigd kan worden’, maar is alvast in het DTN opgenomen, want de fatwa wordt door ‘veiligheidsautoriteiten serieus genomen.’
Dat is helder, deze fatwa wordt vermeld in het dreigingsbeeld, maar als de authenticiteit niet is gecheckt, wat zegt dit dan over de dreiging? Wat is het nut de fatwa op te nemen in het dreigingsbeeld? Bericht de coördinator ook in het volgende DTN dat de authenticiteit van de fatwa al dan niet is vastgesteld? Nee, de terreurdienst bericht niet langer over deze fatwa en ook niet over de heer Abu Musab al-Suri die blijkbaar zijn dreigingsdoel voor de terreurdienst heeft vervuld. Abu Musab al-Suri komt nooit meer in de dreigingsbeelden terug, zelfs zijn arrestatie en de uitlevering aan dictator Assad niet.
Voorstelbaar
Maak uzelf gek, lijkt het devies van de opstellers van het DTN. Dat de Nederlandse aanwezigheid in Afghanistan, Irak of Mali een directe bedreiging is voor de militairen aldaar (‘Nederlandse belangen’) is volstrekt logisch. ‘Wij’ doen namelijk mee aan een oorlog, een oorlog tegen de terreur, een burgeroorlog. In een oorlog vallen slachtoffers, vooral burgers, maar soms ook militairen. In Afghanistan en Irak woedt vooral een Amerikaanse oorlog, in Mali een Franse.
Dat burgerslachtoffers onder de Afghaanse bevolking door toedoen van Nederlandse militairen direct zullen leiden tot een massaslachting in het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne, is minder voorstelbaar, hoewel niet onaannemelijk. De broer van een slachtoffer zal heel boos zijn en de Nederlanders wat aan willen doen, maar pakt hij ook meteen een Kalasjnikov in de hand en de bus naar Nederland?
Het woord voorstelbaar komt regelmatig voor en ja, als Nederland blijft meedoen aan de ‘war on terror’ dan is alles heel voorstelbaar aangezien deze oorlog geen grenzen kent, want voor ‘ons’ heeft het geen grenzen dus voor de ander, de tegenpartij, ook niet. Nederland neemt deel aan een wereldwijde oorlog. Ook ambassades, bedrijven, toeristen die werken of verblijven in landen als Jemen en Libië zullen een groter gevaar lopen betrokken te raken bij schietincidenten of aanslagen. Allemaal heel voorstelbaar aangezien er in die landen sprake is van een burgeroorlog.
Betekent dat ook dat het gevaar direct op Nederland is te betrekken? Syrië ligt op ruim 3.000 kilometer afstand van ons land, Libië op ruim 2.000 kilometer. Grote afstanden die misschien wel overbrugt worden door zogenoemde terugkeerders, maar zijn dat dan ook meteen aanslagplegers die de burgeroorlog willen verplaatsen? Voegt het opschrijven van de mogelijkheid, de voorstelbaarheid of reële kans op een aanslag iets toe aan het idee van de dreiging?
Gebeurtenissen elders hebben niet meteen hun weerslag in Nederland, meestal niet. Ebola in West-Afrika betekent niet meteen dat hier de epidemie om zich heen slaat, zelfs niet als iemand ziek wordt. Ditzelfde geldt voor bedreigingen. Bij ebola wordt geprobeerd de angst in te dammen, bij de vermeende dreiging wordt alles uitvergroot, de diensten en de industrie zijn daarbij gebaat. Hoe meer angst hoe beter.
Krachtmeting
De NCTV begon haar werkzaamheden in 2004, het jaar waarin Theo van Gogh werd vermoord en ondertussen Madrid hard werd geraakt als gevolg van aanslagen op treinen. In het eerste DTN komen deze aanslagen nog even terug in de vorm van een overzicht van de mogelijke targets (onder het kopje doelwitten), hard targets (diplomatieke en militaire objecten), soft targets (zoals het WTC in New York) en ‘doelwitkeuze zonder precedent’ (Theo van Gogh).
Bij de omschrijving van doelwitten wordt opnieuw niet vermeld dat we in principe in oorlog zijn, ‘in oorlog met terreur’, als dat al mogelijk zou zijn. Nederland heeft nooit afstand genomen van het Amerikaanse beleid. Na de invasie van Irak was Nederland er als de kippen bij om naast de Amerikanen actief mee te doen, ook al speelden we geen rol bij de directe invasie.
De oorlog tegen de terreur is een eindeloze oorlog, want terreur kan in wezen alles zijn. Wilders noemde in 2005 Marokkaanse Nederlandse jongeren al straatterroristen. We lopen daarom dagelijks door een oorlogsgebied, de wereld. De NCTV presenteert die dreiging alsof het westen geen rol speelt bij het creëren van het gevaar, alsof wij slechts slachtoffers zijn.
Aan de andere kant probeert de terreurdienst een soort strijd aan te gaan met een andere partij. De dreigingsbeelden schetsen het beeld alsof Nederland aan het armpje drukken is met al-Qaida, vaak kern al Qa’ida of kern-AQ genoemd. Het gaat dan om het duo Bin Laden al Zawahiri alsof het om een nieuw cabaretduo gaat, maar de coördinator is bloedserieus. Wat deze krachtmeting met de veiligheid in Nederland te maken heeft, is onduidelijk. Het lijkt er vooral op dat de NCTV de krachtmeting tussen de Amerikanen en al-Qaida probeert na te bootsen.
Bij die krachtmeting heeft de VS laten zien dat zij internationaal recht en mensenrechten aan de laars lapt. Dat die krachtmeting misschien tot gevolg heeft gehad dat Saddam Hoessein na tientallen jaren van Amerikaanse steun is opgehangen, en dat de Taliban is verdreven na tientallen jaren van Amerikaanse steun in de oorlog tegen de Russen, lijkt schril af te tekenen tegen de totale chaos die zich nu ontvouwt in Afghanistan, Irak en andere delen van het Midden-Oosten en noordelijk Afrika.
De unknown unknowns
Vanuit het standpunt van de ‘Rule of Law’, iets dat de laatste jaren in de dreigingsbeelden regelmatig ter sprake komt, is de samenwerking van Nederland met mensen, groepen en staten met een twijfelachtige status opvallend. In de Afghaanse oorlog van 2001 ondersteunden de Amerikanen met Nederlandse steun mensen als Abdul Rashid Dostum, Haji Muhammad Muhaqqiq, Abdul Rasul Sayyaf en Abdul Malik Pahlawan. Personen die bekend staan om hun terreur tegen de burgerbevolking in de gebieden die zij controleerden, en de vele mensenrechtenschendingen.
Eenzelfde cyclus van terreur lijkt zich in de afgelopen jaren opnieuw te herhalen door de nauwe samenwerking met dictaturen als Algerije, Saoedi-Arabië, Egypte en staten met een erbarmelijke mensenrechtenstatus, denk aan Jordanië, Turkije en Marokko. De NCTV-coördinator heeft het over bekende en onbekende dreigingen in de oorlog tegen de terreur van de kant van de terroristen, maar diezelfde Rumsfeld’s unknown unknowns doen zich voor bij de partners van contraterrorisme, namelijk de voorstelbare martelingen, standrechtelijke executies, doodseskaders, oneerlijke processen. Uiteindelijk zullen de unknown unknowns diep in het Nederlandse beleid sluipen.
Die unknown unknowns doen zich bij elke aanslag voor, maar niet in de vorm van de plegers, maar van de grote onbekende, de rol van opsporings- en inlichtingendiensten. In Madrid 2004 vielen 191 doden en naast veel meer ongerijmdheden bleek het dynamiet dat bij die aanslagen is gebruikt afkomstig van een politie-informant. Dit soort onbekende maar voorstelbare ongerijmdheden komen meestal niet aan het licht, in Spanje wel omdat daar een parlementair onderzoek naar de aanslagen heeft plaatsgevonden.
In Mumbia vielen bij diverse aanslagen in 2008 in totaal 164 doden. Daarbij zijn vragen gerezen ten aanzien van de rol van een Amerikaanse DEA-agent David Headley, die later weer in een ander terreurcomplot zal opduiken. Was hij een dubbelagent, bespeelde hij de Amerikanen, vertelde hij hen niet de volledige waarheid, of werd hij zelf bespeeld? De waarheid betreffende deze unknown unknows zal waarschijnlijk pas over vele jaren bekend worden, als overheidsorganen die waarheid al willen prijs geven.
Relatief weinig veroordelingen
Die grote onbekende is ook de melder van een terroristisch plot, waar de inlichtingendiensten en de politie massaal op los gaan. In de afgelopen tien jaar zijn hiervan in eigen land veel voorbeelden te vinden, van het Rotterdamse havenplot (juli 2005) tot aan het Ikea plot (2009) en het Somalische belhuis plot (2010).
In het buitenland vinden dit soort arrestaties ook regelmatig plaats. De Spaanse krant Infolibre becijferde dat slechts 10 procent van alle arrestaties op grond van terrorisme sinds 11-M (11 maart 2004) tot begin 2013 in Spanje hebben geleid tot een veroordeling. Veel van de mensen die niet worden veroordeeld, zitten net als de veroordeelden vaak maanden of jaren in voorarrest vast, zonder vorm van proces. En als ze dan veroordeeld worden, hangt er een zweem van ‘in de val gelokt’ rondom de zaak.
In Amerika is de rol van de FBI via informanten en infiltranten die mensen voorzien van plannen, wapens en explosieven bij terreurcomplotten gedocumenteerd in het boek The Terror Factory: Inside the FBI’s Manufactured War on Terrorism. In Spanje oordeelde de Spaanse Hoge Raad dat verdachten weinig motivatie hadden voor het plegen van een aanslag. Zij werden wel veroordeeld, maar kregen lagere straffen dan verwacht voor het vermeende transnationale netwerk. En vanwaar besteedde de Spaanse Hoge Raad aandacht aan het ‘gebrek aan motivatie’, wat betekent dat voor de werkelijke waarde van het terreur plot?
Bij een dreigingsanalyse past niet het vermelden van het bestaan van een transnationaal terrorismenetwerk met tentakels vanuit Marokko, Algerije en Pakistan tot in de diepste uithoeken van ons land, gelet op de opmerkingen van de NCTb over Algerijnse, Marokkaanse of Pakistaanse netwerken. Het zet aan tot polarisatie en het bejegenen van andere Nederlanders met achterdocht en haat. Het is des te kwalijker als die netwerken ook nog niet eens echt blijken te bestaan, maar slechts gebaseerd op geruchten of hersenspinsels van de terreurdienst zelf.
Context
Context is het woord dat als een rode draad ontbreekt in de dreigingsbeelden. Context is duiding, inzicht in de personen die als verdachten zijn gearresteerd, een beeld van de ‘mogelijke tegenstanders van het westen.’ Zonder context bestaat er slechts een spookbeeld van een ongedefinieerde ander, een duivel, een kwade genius, de as van het kwaad met gevaar, dreiging, angst en oorlog tot gevolg. Zonder analyse wordt de wereld plat, tweedimensionaal, verworden alle Jemenieten tot al-Qaida strijders en is er geen interesse meer voor wat er in die zogenoemde jihadistische strijdgebieden gebeurt.
Analyse en duiding van terroristische aanslagen is van essentieel belang. Het is daarbij vaak schimmig wat er is gebeurd en wie ervoor verantwoordelijk is. Bij een aanslag op een bus met Israëlische toeristen in Bulgarije schrijft de coördinator dan ook: ‘Op dit moment is nog niet duidelijk wie achter deze aanslag zit.’ Een dergelijke zin komt zelden voor in de dreigingsbeelden van de afgelopen tien jaar, terwijl het meestal niet kraakhelder is.
Neem de Döner-Morde, oftewel NSU-Morde in Duitsland. Acht Turkse Duitsers, een Griekse Duitser en een Duitse agent worden tussen 2001 en 2006 vermoord, naar later zou blijken door een rechts-extremistische groepering. Bij toeval werden de verdachten in 2011 aangetroffen, twee dood en een in leven. Het lijkt zo eenvoudig, dit waren rechts-extremistische terroristen, maar dan blijkt dat een informant een belangrijke rol heeft gespeeld bij de moorden en dat inlichtingendiensten allerlei bewijsmateriaal hebben vernietigd. Plotseling wordt het allemaal veel complexer.
Publicaties van agenten van de Duitse inlichtingendiensten, zoals Geheime Informanten van Rolf Grössner, over de daden van de rechts-extremisten maken de situatie nog onheilspellender. Want waren nu die drie extreem-rechtse personen de terroristen of kwam het gevaar van een andere kant, van de inlichtingendiensten zelf die toekijken en niets doen zodra er strafbare feiten werden gepleegd?
De Döner-Morde maken duidelijk dat de wereld niet zwart-wit is, bij elk terreurplot is dit te zien. Want waarom wilde de zogenoemde lone-wolf Mohammed Merah van het Toulouse drama op het laatste moment bij de belegering van het appartement waar hij zich verschanst had, zijn DCRI (Franse AIVD) contactman spreken? Merah kan zijn verhaal niet meer navertellen, als hij dat al zou willen, de staat houdt de kaken stijf op elkaar. Wat rest is het beeld van een teruggekeerde jihadist die mensen doodschoot, de lone-wolf die toeslaat op scooter en met geweer, de terrorist die militairen en joden dood. Het bevestigt ons schrikbeeld, het dreigingsbeeld van de terreurdienst NCTV, maar is dat het verhaal?
Vernauwd bewustzijn
Verhalen die een vernauwd bewustzijn creëren van de wereld, een tunnel, waarin de vijftig grijs tinten niet meer zijn te ontwaren. Wat alleen zichtbaar wordt zijn de jihadistische kampen en vrijplaatsen, niet de achtergestelde Toearegs die strijden voor hun rechten. Wat alleen maar zichtbaar is, zijn de raketwerpers of man-portable air defense systemen (manpads) en niet de misschien moeizaam ontluikende democratie met Moslimbroeders in Egypte. Wat alleen maar wordt gezien is ISIL, ISIS of IS en niet de jarenlange onvrede onder de soennieten, hun vreedzame protest en de bloedige onderdrukking van demonstraties door de Iraakse regering met steun van het westen.
Het Westen, waaronder met name de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk, heeft decennialang een belangrijke rol gespeeld bij het in stand houden van dictaturen in het Midden-Oosten. Nederland heeft ook gebruik gemaakt van die onderdrukkende regimes, en doet dat nog steeds. Er werd lange tijd met het regime van Assad handel gedreven, er werden zelfs producten geleverd die gebruikt kunnen worden voor de productie van chemische wapens. Er wordt handel gedreven met Saoedi-Arabië. De dictatuur van Algerije is als verlicht despoot toegetreden tot de partners bij het contraterrorisme-beleid en de ‘Rule of Law.’
Dat dit woede opwekt, is niet langer een vraag maar een logisch gevolg van het gevoerde economisch en geopolitiek beleid. De meeste mensen zullen die boosheid nooit omzetten in daden. Sommigen misschien wel als zij het plan, de wapens en de explosieven door een informant of infiltrant krijgen aangeleverd, maar zelfs dan, zo laten de Amerikaanse voorbeelden zien, twijfelen veel mensen bij het plegen van geweld.
Wie de ‘Rule of Law’ écht serieus neemt, zal afstand moeten nemen van in ieder geval de VS. Om diverse redenen, zoals de drone bombardementen/standrechtelijke executies, Guantanamo Bay, martelingen, rendition, gebrekkig rechtssysteem gebaseerd op plea bargain en vele andere zaken. Maar internationaal gezien vooral om het ontbreken van de erkenning van het Internationale Strafhof. Misschien niet het meest effectieve deel van de Verenigde Naties, maar als je ‘Rule of Law’ serieus neemt, zou je kunnen stellen dat erkenning van het Strafhof een ‘must’ is.
Verwrongen wereldbeeld
Wie het internationale beleid van de VS volgt, dat ook nog samenwerkt met landen als Algerije en Saoedi-Arabië, krijgt een verwrongen beeld van de rechtsorde, een rechtsorde die gebaseerd is op een ‘wij-zij’ denken en niet op rechtsstatelijk denken, waarbij een onafhankelijke partij ingebracht bewijs beoordeelt voordat iemand geëxecuteerd wordt.
Wie ’terreurbestrijding als mensenrechten bescherming’ definieert, zoals de NCTV doet, en tegelijkertijd met dubieuze partners die bestrijding uitvoert, legt eerder de nadruk op de strijd in plaats van mensenrechten. De rechtsorde is er dan niet meer, wat rest is een bipolaire wereld waar geëist wordt dat er gekozen wordt: ‘Either you are with us or you are with the terrorists.’
Neem een van de laatste arrestaties van 2014 in Nederland. Twee echtparen met kinderen zouden volgens de overheid op het punt staan naar Syrië te vertrekken. Er vindt een terreuroperatie plaats. Deze arrestaties vloeien voort uit tien jaar dreigingsbeeld. Na de netwerken waren het de jihadisten, de uitreizigers, de terugkeerders, de niet-uitgereisde jihadisten en de mogelijk nog niet uitgereisde jihadisten.
Het klinkt allemaal als de woorden van Donald Rumsfeld: ‘There are known knowns. These are things we know that we know. There are known unknowns. That is to say, there are things that we know we don’t know. But there are also unknown unknowns. There are things we don’t know we don’t know.’ In potentie is iedereen een gevaar, zelfs kinderen, hoe jong ook. Een overheid die op deze wijze zegt ‘terreur’ te bestrijden is niet alleen de weg kwijt, maar creëert zelf terreur.
Er was in het geval van de aangehouden gezinnen geen directe dreiging in de zin van een mogelijke aanslag op wandelaar, fietser, auto, bus, trein, vliegtuig of een ander mens of object. Er was ook geen informatie ten aanzien van een directe aanslag op een al dan niet mogelijk doelwit. Er was alleen het gerucht dat de families Nederland zouden willen verlaten. Dat lijkt na deze staatsterreur meer dan logisch. Zou je in een land willen leven waarbij de wens om naar elders te verhuizen al genoeg is om als terrorist te worden bestempeld?
MH-17
Het gekke is dat het contrast met het neergeschoten lijnvliegtuig MH-17 niet groter kan zijn. De NCTV is bezig met families die willen verhuizen naar een regio die in oorlog is. Nu kun je daar bezwaar tegen hebben, maar om hen meteen lidmaatschap van een terroristische organisatie aan te wrijven, lijkt gebaseerd op een zwart-wit denken dat Syrië in twee kampen deelt: als je niet met ons bent, dan ben je een terrorist (‘if you are not with us you are with the terrorists’).
Nu is dat allemaal erg lastig in Syrië. Je hebt dictator Assad met zijn aanhang, vaak ook lid geweest van de As van het Kwaad zoals de Amerikanen het versimpelen. Dan zijn er de Koerden, vaak gelabeld als zijnde terroristen zoals de PKK. En diverse andere groepen, al dan niet gesteund door het ‘westen’, Iran, Saoedi-Arabië of een ander land. Dan heb je ook nog de Amerikaanse en ‘onze’ bombardementen met hun vele burgerslachtoffers. Allemaal partijen met bloed aan hun handen, dus misschien is afreizen naar een streek in oorlog niet de beste optie voor je kinderen, maar is dat terroristisch en past daar een operatie bij die mensen alleen maar vervreemd van enige rechtsorde?
In die dreiging denktrant is de NCTV bezig met deze families, terwijl een van haar taken is de bescherming van de burgerluchtvaart. Stel nu dat er een bericht was binnengekomen dat vliegtuigen bij bosjes uit de lucht werden geschoten in Oekraïne, wat zou dan een gepaste reactie zijn geweest? Waarschijnlijk het tot nader order vermijden van het luchtruim boven dat gebied, want je weet maar nooit. De doorsnee krantenlezer zal dit vorige zomer al eerder hebben geconcludeerd, aangezien de raketten daar al langer door de lucht vlogen.
Zou een verschil van enkele kilometers in vliegroute voor MH-17 een oplossing zijn geweest? In theorie wel, maar aangezien het strijdtoneel in het gebied zich ontwikkelde tot een volwaardige burgeroorlog en tevens dreigde te worden opgeschaald tot een oorlog tussen grootmachten, had een verstandig en nuchter nadenkende ambtenaar gesteld om tot nader order het gebied te mijden.
Niet paranoïa maar alert
Een NCTV-coördinator die angst en terreur zaait, zal zoiets niet bedenken. Die is bezig met legergroen op straat, met het toeschrijven van elk incident aan een steeds groter wordend jihadistisch leger en het achtervolgen van kinderen die naar Syrië willen vertrekken. Daarom is het ook interessant dat de coördinator geen woord vuil maakt aan Oekraïne in zijn dreigingsbeelden van 2014 want dat past niet in het denken van islamitische terreur die de wereld verovert.
Om dezelfde reden maakte zijn voorganger geen woord vuil aan de slachting in het winkelcentrum in Alphen aan de Rijn in 2011 of 30 april 2009 in Apeldoorn. Nee, Syrië en Irak staan in brand en dat heeft een aanzuigende werking, uitstralende werking, dat slaat op ons terug. Wensdenken van een paranoïde terreurambtenaar. Helaas voor de NCTV stonden die landen al langer in brand en mede door toedoen van het westen is het niet meer een brand, maar is de boel inmiddels geëxplodeerd.
Natuurlijk alleen maar goed voor de NCTV, die dan ook namens terreurambtenaar Schoof stelt dat we in 2015 niet paranoia moeten zijn, maar wel alert. Wat dat inhoudt blijft duister. Is iedereen plots inlichtingen- en opsporingsambtenaar in dienst van de terreurdienst? Het lijkt erop alsof de coördinator al tien jaar in een waan van zwart-wit denken leeft. Een Amerikaanse wereld die democratie zou brengen in landen als Afghanistan en Irak. Landen die in tien jaar dreiging niet meer weg te denken zijn uit de DTN’s.
Buro Jansen & Janssen